Tweede ronde cao-overleg: ‘Vierdaagse werkweek niet haalbaar’

De BOVAG-leden zijn geschrokken van de inzet van vakbonden voor een nieuwe cao Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijven (MvT) en zien niet in hoe een vierdaagse werkweek, tegen gelijkblijvend salaris, gerealiseerd zou moeten worden, gegeven de uitdagingen in de sector. En een vierdaagse werkweek is voor die uitdagingen ook zeker niet de oplossing. Dat was de boodschap van de BOVAG-delegatie aan vakbonden tijdens het tweede constructieve gesprek over een nieuwe cao.

De BOVAG-onderhandelaars vroegen in het tweede gesprek over een nieuwe cao MvT andermaal aandacht voor de situatie in de branche. Er is een flink personeelstekort, met name bij de technische beroepen. Dat leidt tot te lange wachttijden in de werkplaats, soms wel oplopend tot vele maanden. En dat leidt tot hoog verzuim, door de steeds verder oplopende werkdruk. Ondernemers hebben bovendien te maken met forse kostenstijgingen, waardoor het rendement in de sector onder druk staat. BOVAG heeft nog geen loonvoorstel gedaan vanwege de omvangrijke eisen die vakbonden op tafel hebben gelegd, maar heeft wel aangegeven open te staan voor een normale loonsverhoging passend bij de omstandigheden in de sector. De looneis van vakbonden is wat BOVAG betreft niet passend bij die omstandigheden en de winstgevendheid in de sector. Hetzelfde geldt voor de gevraagde automatische prijscompensatie (APC), waarbij de lonen automatisch stijgen met de inflatie van het jaar ervoor.

Plus van 40%

Ondernemers hebben BOVAG de afgelopen weken laten weten geschrokken te zijn van de inzet van de vakbonden. Ten eerste telt de inzet van 7 procent loonsverhoging plús een vierdaagse werkweek tegen gelijkblijvend salaris op tot een loonkostenstijging van ruim 40 procent als je ook rekening houdt met het invullen van de verloren uren! Een even onbetaalbaar als onrealistisch percentage.

Problemen verergeren

Ten tweede zien BOVAG-leden niet in hoe een vierdaagse werkweek zou kunnen bijdragen aan het oplossen van de uitdagingen in de sector. Ze verwachten dat die eerder zullen verergeren, omdat hetzelfde werk in minder tijd gedaan moet worden met minder productieve uren, terwijl de werkdruk nu al hoog is en de wachttijden voor de werkplaats stevig zijn opgelopen. Bovendien zal het een steeds grotere uitdaging worden om Nederlanders veilig mobiel te houden. De neiging om beurt of bandenwissel over te slaan, zal steeds groter worden als de wachttijden verder oplopen. BOVAG heeft wel aangegeven samen met vakbonden te willen kijken of het mogelijk is om slimmer en efficiënter te werken om de arbeidsproductiviteit in de sector te verhogen.

Aanknopingspunten

Ondanks dit verschil van mening ziet BOVAG voldoende aanknopingspunten om door te praten met de vakbonden. Want het gaat in de cao nog over veel meer. Zo heeft BOVAG aangegeven open te staan voor het verlengen van de RVU-regeling, die omgebogen moet worden naar een zwaar-werkregeling. Hierbij willen werkgevers ook de stapeling aan ouderenregelingen in de cao betrekken om tot een meer evenwichtige cao te komen.

Vakbonden hebben op hun beurt hun zorgen geuit over de medezeggenschapscultuur in de sector. BOVAG heeft aangeboden samen te willen kijken of sociale partners hierin een rol zouden kunnen spelen.

Het derde gesprek tussen vakbonden en BOVAG staat gepland op 10 december en het vierde op 9 januari 2025. Op 31 januari 2025 loopt de huidige cao af.