De pagina wordt geladen...
De bpm-vrijstelling voor ondernemers die een nieuwe bestelauto kopen, verdwijnt per 2025. De overheid wil hiermee de verkoop van emissievrije of heel zuinige bestelauto’s stimuleren. Het is belangrijk om je goed voor te bereiden op deze verandering. De Belastingdienst beantwoordt veelgestelde vragen.
De ondernemersvrijstelling wordt afgeschaft voor bestelauto’s met een Datum Eerste Toelating vanaf 1 januari 2025. Voor deze voertuigen moet je aanschafbelasting (bpm, oftewel belasting van personenauto’s en motorrijwielen) gaan betalen. Net als bij personenauto’s wordt de bpm berekend op basis van de CO2-uitstoot. Voor bestelauto’s gaat een vast tarief gelden per gram/km CO2-uitstoot. Het bpm-tarief voor 2025 wordt nog vastgesteld. In het Belastingplan van 2023 is een tarief van € 66,91 per gram/km opgenomen, vastgesteld naar het prijspeil van dat jaar. Let wel op: dit bedrag wordt nog twee keer met een jaarindexatie verhoogd om te komen tot het tarief per 2025. Bestelauto’s met een CO2-uitstoot van nul gram/km, zoals volledig elektrische bestelauto’s, blijven door dit nieuwe CO2-afhankelijke tarief vrij van bpm. Het schrappen van de ondernemersvrijstelling is een uitkomst van de evaluatie van de bpm-regelingen. Door de maatregel wil de overheid de verkoop van emissievrije of zuinige bestelauto’s stimuleren. Het afschaffen van de vrijstelling draagt ook bij aan het vereenvoudigen van de autobelastingen.
Op dit moment moet degene die de bestelauto op naam gesteld krijgt in het kentekenregister de bpm-aangifte doen. Dit is meestal de ondernemer die gebruik maakt van de ondernemersvrijstelling. Er is dan geen bpm verschuldigd en er hoeft geen aangifte gedaan te worden. Wel geeft de inschrijver van het kenteken (doorgaans de importeur) het bruto bpm-bedrag aan de Belastingdienst door. Voor de bpm-aangifte gaan vanaf 2025 de regels voor de bestelauto meer op die van de personenauto lijken. Vanaf dan moet de inschrijver van het kenteken de bpm-aangifte doen. Bij een nieuwe bestelauto is dit vaak de importeur. Deze berekent de bpm dan door in de prijs van de bestelauto.
Voor personenauto’s en bestelauto’s geldt dezelfde afschrijvingstabel voor de bpm. Deze tabel kent een aflopend maandelijks afschrijvingspercentage. Dat blijft ook in 2025 zo. Wat wel vervalt, is het afschrijvingspercentage van honderd procent, zodra er vijf jaar zijn verstreken sinds de Datum Eerste Toelating van de bestelauto. Die regeling hangt nu nog samen met de vijfjaarsperiode waarbinnen de ondernemer die de bestelauto gebruikt, aan de eisen van de ondernemersvrijstelling moet voldoen. Zijn deze vijf jaren verstreken, dan kan met de huidige wet de bestelauto daarna zonder rest-bpm aan een particulier worden verkocht. Als er vanaf 2025 vanaf het begin bpm geheven wordt op elke bestelauto en deze vijfjaarsperiode van de ondernemersvrijstelling niet meer geldt, wordt de bpm via de gewone afschrijvingstabel afgeschreven tot nihil na zeventien jaar en tien maanden.
De nieuwe bpm-regeling geldt voor alle bestelauto’s met een Datum Eerste Toelating (DET) vanaf 1 januari 2025. Daarbij geldt een ruime overgangsregeling. Voor alle bestelauto’s met een DET van uiterlijk 31 december 2024 blijft de ondernemersvrijstelling gelden. Dat betekent in de eerste plaats dat ondernemers die voor hun bestelauto in de jaren tot en met 2024 de ondernemersvrijstelling hebben toegepast, deze bestelauto’s zonder bpm-heffing kunnen blijven rijden zolang zij aan de voorwaarden van deze vrijstelling voldoen. Het betekent daarnaast dat het mogelijk is om ná 1 januari 2025 gebruikte bestelauto’s te verkopen met toepassing van de bpm-doorschuifregeling. Verder blijft het na 1 januari 2025 nog mogelijk om de bpm-vrijstelling in Nederland toe te passen bij de import van in het buitenland al geregistreerde bestelauto’s met een DET van uiterlijk 31 december 2024.
Voor bestelauto’s met een Datum Eerste Toelating (DET) van uiterlijk 31 december 2024 blijft de ondernemersvrijstelling gelden. In het kader van deze overgangsregeling is ook geregeld dat de honderd procent-afschrijving bij vijf jaar blijft gelden voor bestelauto’s met een DET van uiterlijk 31 december 2024. Omdat voor bestelauto’s met een DET van uiterlijk 31 december 2024 de ondernemersvrijstelling blijft gelden, is er voor bestelauto’s die onder deze vrijstelling vallen alleen rest-bpm verschuldigd als de ondernemer binnen de vijf jaar van die vrijstelling niet meer aan de voorwaarden voldoet. De overgangsregeling waarmee de honderd procent-afschrijving blijft gelden voor bestelauto’s met een DET van uiterlijk 31 december 2024, betekent bovendien dat er bij import van een gebruikte bestelauto van minimaal vijf jaar oud en met een DET uiterlijk 31 december 2024 geen bpm betaald hoeft te worden.