Motie over rijbewijsprobleem rond zware elektrische bestelbus

Laatste update 29 september 2023 Leestijd: 3 min

Afgelopen woensdag vroeg BOVAG in de landelijke media aandacht voor het verlopen op 1 oktober van een uitzonderingsregel waardoor je voor rijden met de zwaardere elektrische bestelauto’s voortaan een vrachtwagenrijbewijs (C-rijbewijs) nodig hebt. Dat leidde de dag erop tot een motie in de Tweede Kamer van D66 en een toezegging van minister Harbers.

Vanaf 1 oktober verloopt een uitzonderingsregel en moet je voor de zwaardere elektrische bestelauto’s met een GVW (bruto voertuiggewicht: leeggewicht + maximaal laadvermogen) van meer dan 3500 kg (door accupakket) een C1-rijbewijs hebben. Dat betekent dat koplopers die gaan voor een EV-bestelbus, al dan niet geprikkeld door (aanstaande) zero-emissiezones, ófwel hun mensen een duur extra rijbewijs moeten laten halen, ófwel dat ze wel twee keer nadenken voor ze een EV-besteller kopen.

Han ten Broeke, algemeen voorzitter van BOVAG: “Dat is uiteraard kwalijk. Te meer daar de overheid dit had kunnen zien aankomen. BOVAG heeft er ook meermaals  op gewezen. Deze ongewenste situatie zet een rem op verduurzaming, bestraft duurzame koplopers (kopers en verkopers) en zadelt markt op met verlammende onzekerheid. Dealers kunnen dit niet uitleggen.”

Uitzondering

Wat BOVAG betreft moet de overheid de uitzondering zoals we hadden van 1 januari 2023 tot 1 oktober 2023 herinvoeren. Er ligt nu een voornemen voor een wetsvoorstel, maar dat kan – zeker met een demissionair kabinet - wel een jaar duren voordat dat ingevoerd wordt. Ook in Europa is een oplossing in de maak, maar dat duurt zelfs tot 2028! Een jaar onzekerheid en (tijdelijk) strengere regels (laat staat vier jaar), is onacceptabel. 

Motie

Daags na het publiciteitsoffensief van BOVAG (onder andere: AD, WNL, Eenvandaag, Editie NL) diende D66 een motie in over de kwestie, met de strekking: verleng de uitzonderingsregel totdat het probleem wettelijk geregeld is. De motie werd aangehouden na de toezegging van minister Harbers om binnen een week met een brief te komen. Hij zei zich te beraden op een oplossing op de kortst mogelijke termijn maar repte van haken en ogen (juridisch, Europees rechtelijk en uitvoerbaarheid). Hij beloofde niettemin met een oplossing en duidelijkheid te komen voor de periodes voor en na 1 januari.

Deze artikelen zijn ook interessant

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring