Om in aanmerking te komen voor steun inzake de hogere energierekening moeten de energiekosten van een MKB-onderneming minimaal 12,5 procent van de omzet uitmaken. Dat is vandaag bekend geworden. Een bizar hoge norm vindt BOVAG en vinden ook MKB Nederland en andere brancheorganisaties.
De meeste BOVAG-bedrijven zullen, zoals het er nu naar uitziet, geen gebruik kunnen maken van de zogenoemde TEK, de Tegemoetkoming EnergieKosten, voor het MKB. BOVAG is ontstemd dat de norm zo hoog uitvalt. Han ten Broeke, algemeen voorzitter BOVAG: "Zelfs voor energie-intensieve ondernemingen als schadeherstelbedrijven zal het kantje boord zijn of ze in aanmerking komen voor steun. Te bizar voor woorden. Te meer daar die bedrijven de grootste moeite hebben om de zeer hoge energiekosten door te berekenen. Een sector dreigt de nek omgedraaid te worden. En naar ik van collega's van MKB Nederland verneem, geldt dat voor meer sectoren. Eens te meer blijkt dat het kabinet veel te weinig oog heeft voor de noden van het midden- en kleinbedrijf. Nog altijd de motor van de economie!"
Lobby
BOVAG zal de komende tijd de details van de voorgestelde regeling analyseren en de impact in kaart brengen. Tegelijkertijd wordt de lobby geïntensiveerd, samen met MKB Nederland. De regeling moet binnenkort immers door de Tweede Kamer worden besproken. Doel daarvan is om de 12,5 procentsnorm terug te brengen tot reële proporties. De uitkomsten van het onderzoek naar de impact van de hogere energierekeningen in diverse BOVAG-sectoren zal daarbij van pas komen. Die uitkomsten worden binnen enkele dagen verwacht.
Wat BOVAG betreft moet de TEK-regeling:
- een reële norm hanteren voor toekenning steun. Ergens in de orde van maximaal 7,5 procent.
- ruimte bieden voor maatwerk, immers voor een kapitaalintensieve sector met lage marges is het niet fair om sec naar percentage energie/omzet te kijken. Dat kan bijvoorbeeld door te werken met een accountantsverklaring met realistisch percentage energiekosten.
- op activiteitniveau kunnen worden uitgelegd. Schadeherstelbedrijven bijvoorbeeld die er andere activiteiten naast doen, zoals autoverkoop, zouden op bedrijfsniveau een hogere omzet hebben en daardoor wellicht buiten de regeling kunnen vallen. Dat kan leiden tot een ongelijk speelveld.
- van toepassing zijn op vestiging/BV-niveau voor bedrijven die onder een holding vallen.
Lees ook: