De pagina wordt geladen...
Europese regels schrijven voor dat de periode van omkering van de bewijslast bij de zogenoemde 'wettelijke garantie', feitelijk de regels rond conformiteit, uiterlijk 1 januari langer wordt en in Nederland waarschijnlijk van 6 naar 12 maanden gaat. Dat geldt voor alle soorten consumentenproducten. De BOVAG Garanties, van auto tot caravan en van fiets tot reparatie, hebben als basis uiteraard de wet en zullen dus met dezelfde termijn verlengd worden. BOVAG raadt leden aan daar goed notie van te nemen, en zo nodig maatregelen te treffen, want het aantal garantieclaims zal, in lijn met de verlenging, toenemen.
Wat er op 1 januari 2022 feitelijk gebeurt, is dat de zogenoemd omgekeerde bewijslast van 6 naar waarschijnlijk 12 maanden gaat in de Europese conformiteitsregels. In het algemeen zeggen die regels, die in de volksmond 'wettelijke garantie' worden genoemd, dat een gekocht product moet doen wat je er als koper redelijkerwijs van mag verwachten. Een ondeugdelijk product is dan een product dat tekort is meegegaan bij normaal gebruik. Een redelijk vaag begrip, maar wel een begrip waarop die wettelijke garantie is gebaseerd. In de praktijk betekent dat, dat de verkoper straks de eerste 12 maanden na aankoop bij een klacht van de koper moet aantonen dat er géén sprake is van een terechte klacht. Nu is dat nog 6 maanden. Lukt dat niet, dan zal hij het probleem op tijd en zonder enige overlast moeten oplossen voor de klant.
In het kielzog van deze wettelijke wijziging zal ook de termijn van de BOVAG Garantie verlengd worden naar waarschijnlijk 12 maanden, per 1 januari 2022. Klanten die een vervoermiddel kopen met BOVAG Garantie, kunnen dus twaalf maanden lang een beroep doen op die garantie. En op de bemiddeling van BOVAG Hulp bij Klachten.
De praktijk leert dat bij een verdubbeling van de looptijd van de omgekeerde bewijslast (van 6 naar 12 maanden) de kans op een defect in de tweede periode (tussen de 6 en de 12 maanden) iets afneemt ten opzichte van de eerste periode. Aan de andere kant liggen de gemiddelde kosten per schade in de tweede periode wel hoger dan de kosten in de eerste periode. Bovendien stijgt de kans op een schade groter dan € 2.000 significant in de tweede periode in vergelijking met de eerste zes maanden.
BOVAG adviseert zijn leden om daar goed notie van te nemen. De kans op een garantieclaim na een verkoop neemt immers toe. En daar moet je als bedrijf op voorbereid zijn. Dat kan op verschillende manieren. Veel bedrijven werken al met een eigen voorziening voor garantieclaims. Een 'garantiepotje'. Het verdient de aanbeveling die te verhogen, binnen de fiscale grenzen (de boekhouder of accountant kan hier meer over vertellen). Bedrijven die zo'n voorziening nog niet hebben, zouden die alsnog aan kunnen leggen. Ook kan een bedrijf het inkoop- en verkoopbeleid nog eens onder de loep nemen en bijvoorbeeld gebruikte voertuigen met een hoger risico eerder doorzetten naar de handel, in plaats van aan te bieden aan een particulier. Verkopen zonder BOVAG Garantie is wellicht verleidelijk, maar zal qua risico niet veel helpen, omdat dan nog steeds die 'wettelijke garantie' geldt waar de klant een beroep op kan doen. Dat is wellicht wat omslachtiger, maar het risico is er niet minder om. En die 'wettelijke garantie' kun je niet uitsluiten.
De kans is groot dat het antwoord op uw vraag bij veelgestelde vragen staat. Zo niet, bel dan met BOVAG Ledenadvies: 030-6595300.