BOVAG verzoekt overheid om overgangstermijn bpm te verlengen

Laatste update 19 februari 2021 Leestijd: 2 min

De overgangsregeling BPM loopt tot 28 februari 2021. Dealers kunnen tot die datum in 2020 geregistreerde voertuigen te naam stellen en de BPM van 2020 betalen. De overgangsperiode van twee maanden zou in moeten gaan op het moment dat de showroom weer geopend is. Dit vraagt BOVAG in een brief aan staatssecretaris Vijlbrief, van het ministerie van Financiën. Het aflopen van de overgangsregeling heeft meerdere financiële nadelen voor dealers. 

Dealers hebben voor 31 december 2020 voertuigen geregistreerd, om te voldoen aan de verplichtingen in dealercontracten. Deze geregistreerde, maar nog niet tenaamgestelde voertuigen, vallen in de overgangsregeling van artikel 16a BPM. Deze moeten op 28 februari tenaamgesteld zijn, om in aanmerking te komen voor de BPM zoals deze in 2020 was. 

Opties zijn financieel nadelig

In de huidige lockdown waarin showrooms gesloten zijn, is er geen reële kans voor dealers om deze voertuigen binnen twee maanden te verkopen. Dat levert dealers twee opties op die financieel nadelig zijn. De dealer kan het voertuig op eigen naam stellen, om de BPM van 2020 af te dragen. Dat betekent ook dat de auto een gebruikt voertuig is en direct minder waard is. De andere optie is om te wachten met tenaamstelling tot de auto is verkocht. In dat geval moet de (hogere) BPM van 2021 worden afgedragen. 

Dringend verzoek

BOVAG vraagt dringend om de BPM-termijn voor 2021 pas in te laten gaan dat showrooms weer open gaan en dealers een echte kans hebben om de auto’s te verkopen. Dit voorkomt onnodig kapitaalverlies voor dealers, die het moeilijk hebben in deze coronaperiode. Ook doet het recht aan de intentie van de overgangstermijn. 

De verwachting is dat het ministerie komende week reageert op de brief. 

Deze artikelen zijn ook interessant

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring