“Goed dat BOVAG er van alles aan doet om de arbeidsverhoudingen in de branche te moderniseren”, dat zei minister Koolmees van Sociale Zaken & Werkgelegenheid op het BOVAG Debat ‘Het werk de baas’ op maandag 24 juni.
BOVAG organiseerde het debat voor relaties en sociale partners naar aanleiding van het praktijkexperiment naar sociale innovatie dat de vereniging dit voorjaar onder zijn leden deed. Koolmees haalde in zijn speech aan dat alle verandering moeilijk is, maar dat “het zaak is dat we ons aanpassen – werkgever, werknemer en overheid – om nieuwe werkgelegenheid te creëren. Daarbij is het belangrijk te investeren in de toekomst, maar wel zo dat er geen ongewenste tweedeling komt tussen mensen die wel en niet meekunnen.”
De rol van de overheid daarbij is volgens Koolmees duidelijk: onder andere met programma’s van de SER, zoals ‘Leven lang ontwikkelen, dat doe je regionaal’. Daarvoor is door sociale partners twee miljard euro per jaar aan scholingsgeld beschikbaar gesteld dat beter moet worden ingezet. De overheid investeert daarbovenop nog een extra twee miljoen om díe mensen weer aan het leren te krijgen, die zich niet meer zo vanzelfsprekend willen ontwikkelen. “Dat kan bijvoorbeeld met een loopbaan-apk voor 45-jarigen.”
Daarnaast refereerde minister Koolmees aan het feit dat er tussen werkgevers en werknemers goede afspraken gemaakt moeten worden die afgestemd zijn op de toekomst. Daarbij "moeten we het debat in de media niet verwarren met dat wat we werkelijk voeren, want dat kan leiden tot een 'self fullfilling prophecy'".
Mini-docu
Het experiment van BOVAG kwam voort uit de vraag in hoeverre de arbeidsverhoudingen tussen werkgever en werknemer moeten veranderen om goed om te kunnen gaan met de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Van het experiment is een mini-documentaire gemaakt. Daarin volgde BOVAG vijf bedrijven waarin een aantal maanden lang onder begeleiding ‘het goede gesprek’ tussen werkgever en werknemer werd gevoerd. Daarin gingen ze samen op zoek naar andere arbeidsverhoudingen nu de technologie in de werkplaats in rap tempo verandert en werknemers meer autonomie en zelfontplooiing in hun werk willen.