Na grondige bestudering van het vonnis van de rechtbank, verder cijferonderzoek en overleg met juristen heeft BOVAG besloten geen hoger beroep in te stellen in de collectieve zaak tegen de accijnsverhogingen op diesel en LPG van 2014 en de trieste gevolgen voor grenspomphouders daarvan.
Naar aanleiding van de uitspraak van juni 2017 in de door Stichting Accijnsclaim Pomphouders (bestaande uit BOVAG, BETA en een groep onafhankelijke pomphouders) aangespannen bodemprocedure, heeft BOVAG additioneel cijferonderzoek laten uitvoeren over de periode 2012 tot en met 2017, dus ruim voor én na de forse accijnsverhogingen op LPG en diesel van 1 januari 2014. Daaruit blijkt dat in heel Nederland vóór het moment van de maatregel al een afzetdaling viel te bespeuren. De economische crisis, de btw-verhoging van 2012 en andere maatregelen van voor 2014 zullen daar mede debet aan zijn geweest. De afzetdaling hield na 1 januari 2014 wel aan, maar vlakte af, onder andere door economisch herstel en - meer recent - fiscale maatregelen van buurlanden. Bestudering van de WOZ-waarden laat tevens zien dat daarin al voor 2014 dalingen werden ingezet en dat die afname niet specifiek voor de grensstreek gold.
Schrijnende gevallen
Met deze cijfers in de hand acht BOVAG een hoger beroep niet kansrijk genoeg. Desondanks is er ontegenzeggelijk sprake geweest van een forse aderlating voor een groot aantal tankstations in de grensstreek, maar deze schrijnende individuele gevallen blijken onvoldoende om een collectief hoger beroep in te stellen. BOVAG vindt het bijzonder spijtig dat het gezamenlijke juridische traject niet zal leiden tot steun aan en compensatie voor de getroffen pomphouders. BOVAG blijft van mening dat de overheid zijn verantwoordelijkheid in dezen niet heeft genomen. De btw-verhoging van 2012 en de accijnsmaatregel in 2014 heeft vele grenspomphouders onnodig gedupeerd.