In de cao Motorvoertuigen staan een aantal artikelen die te maken hebben met opleidingen en doorbetalen van loon tijdens scholingsdagen: 100, 101 en 102. Hieronder leggen we uit wat die artikelen inhouden en hoe ze toegepast kunnen worden.
Het antwoord op de vraag of werkgevers altijd de tijd die werknemers aan opleidingen besteden moeten vergoeden is 'nee'. Dat moet alleen als het volgen van de opleiding (of e-learning) verplicht gesteld is door de werkgever. Dit staat in artikel 101 van de cao Motorvoertuigen. Als de opleiding noodzakelijk is voor het uitoefenen van de functie dan is deze regel van toepassing.
Opsparen
Is deze noodzaak of verplichting er niet, dan heeft de werknemer recht op één doorbetaalde scholingsdag per jaar. Deze scholingsdag mag gedurende drie jaar worden opgespaard tot een maximum van drie dagen. Dit staat in artikel 102 van de cao Motorvoertuigen.
BBL-leerlingen
Voor BBL-leerlingen die een opleiding op niveau 2 volgen en een overeenkomst hebben van 32 uur per week, is de regel dat de scholingsdag doorbetaald moet worden (artikel 100 lid 2 cao Motorvoertuigen). De werknemer is dan vier dagen aan het werk en gaat één dag in de week naar school. Heeft u een kortere werkweek met de leerling afgesproken? Dan is de verplichting om de schooldag door te betalen naar rato. BBL-leerlingen die een opleiding op niveau 3 of 4 volgen hebben geen recht op doorbetaling tijdens scholingsdagen.