De rechtbank in Den Haag heeft in haar vonnis van 28 juni jl. de eis van Stichting Accijnsclaim Pomphouders afgewezen. Daardoor komt er geen compensatie van de financiële schade als gevolg van de accijnsverhogingen op LPG en diesel van 1 januari 2014 en die verhogingen worden ook niet teruggedraaid.
Brancheorganisaties BOVAG en BETA stonden onder de noemer Stichting Accijnsclaim Pomphouders eerder dit jaar tegenover de Staat in de Haagse rechtbank, omdat de accijnsverhoging volgens de belangenbehartigers een inbreuk op het eigendomsrecht was. De rechtbank is het daar niet mee eens, omdat het geen intrekking van een vergunning betreft, maar derving van te verwachten inkomsten. En dat is volgens het vonnis niet voldoende, want het ‘grijpt niet direct in in de mogelijkheden om de onderneming voort te zetten’. De rechtbank gaat ook niet mee in de vergelijking met de de-minimus-regeling, waarmee grenspomphouders in1997 na het Kwartje van Kok werden gecompenseerd, omdat het destijds een accijnsverhoging op alleen benzine betrof en beperkt was tot pomphouders langs de Duitse grens.
Weinig realiteitsgehalte
De rechtbank ziet verder ook geen aanleiding om de Hoge Raad vragen te stellen, waaruit zou moeten blijken of zulke overheidsmaatregelen rechtmatig zijn als deze louter een budgettair effect nastreven, weinig realiteitsgehalte hebben en het beoogde doel qua overheidsinkomsten ook aantoonbaar niet halen. Het vonnis wordt de komende tijd nader bestudeerd door BOVAG en door de advocaten van de Stichting Accijnsclaim Pomphouders, waarna een besluit kan worden genomen over een eventueel vervolg.