Het Ministerie van Financiën heeft een omrekenmethode voorgesteld die de BPM-opbrengst gelijk houdt als in september 2017 de nieuwe Europese meetmethode voor CO2-uitstoot wordt ingevoerd. Door strengere testmethoden gaan auto’s op papier meer CO2 uitstoten, waardoor er in Nederland meer BPM moet worden afgedragen.
De overheid acht dit effect niet wenselijk. BOVAG juicht dit initiatief toe.
Op Europees niveau wordt er een nieuwe verbruikstest ingevoerd voor nieuwe auto’s. Deze Worldwide Harmonized Light Vehicles Test Procedures (WLTP) kunnen in Nederland gevolgen hebben voor de autogerelateerde belastingen waarvoor CO2-uitstoot de grondslag is. Dat is het geval bij de BPM, die nu wordt berekend op basis van de NEDC-meetmethode. De eerste resultaten met de nieuwe WLTP-metingen wijzen uit dat de CO2-uitstoot van auto’s gemiddeld hoger ligt dan met de huidige methode. Het effect is dat het BPM-bedrag daardoor hoger uit zou vallen, waardoor de schatkist fors meer BPM-inkomsten zou ontvangen.
BOVAG is blij dat staatssecretaris Wiebes dit effect tijdig onderkent. Door aan te sluiten bij een in Europa ontwikkelde omrekenfactor zal invoering de nieuwe meetmethode budgettair neutraal verlopen en geen verstoringen op de verkoop van nieuwe auto’s teweeg brengen.
De Tweede Kamer zal binnenkort over de aanpassing besluiten. Daarna zullen vooral autofabrikanten en importeurs ermee aan de slag moeten in hun prijslijsten.