Deze week heeft staatssecretaris Wiebes het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd dat de autobelastingen vanaf 2017 tot en met 2020 regelt.
Dat voorstel is in lijn met Autobrief II van juni vorig jaar en maakt een einde aan een groot deel van de marktverstoring door de autobelastingen.
Medio vorig jaar kwam staatssecretaris Wiebes met zijn langverwachte Autobrief II, waarin voorstellen werden gedaan om de autobelastingen te hervormen. De staatssecretaris heeft bij het opstellen van Autobrief II goed geluisterd naar maatschappelijke organisaties als BOVAG, want BOVAG vond veel van zijn wensenlijst terug in de brief. Met name de marktverstoring door uit de hand gelopen fiscale subsidiering van auto’s met op papier een lage CO2-uitstoot wordt aangepakt. Een Kamermeerderheid schaarde zich in september achter de Autobrief II.
Deze week is het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gegaan dat de autobelastingen vanaf 2017 regelt. Dat voorstel is in lijn is met Autobrief II, die op zijn beurt voortborduurt op voorstellen van een brede maatschappelijke coalitie waar ook BOVAG deel van uitmaakte.
Belangrijkste element uit het wetsvoorstel is het aanpakken van de marktverstoring via de bijtelling door het aantal bijtellingscategorieën terug te brengen naar één categorie van 22 procent. Met een beperkte en tijdelijke uitzondering voor zero-emissie auto’s. Daarnaast gaat de MRB voor alle auto’s behalve diesels zonder roetfilter met 2 procent naar beneden. Diesels zonder roetfilter gaan juist 15 procent méér MRB betalen. Zero-emissie auto’s behouden hun MRB-vrijstelling, plug-in hybrides gaan uiteindelijk een driekwart tarief betalen.
Wat betreft de BPM wordt de vaste voet verhoogd van € 175 naar € 350, tegelijkertijd worden het bedrag per g/km CO2 in de BPM-schijven 0 en 1 verlaagd en die in BPM-schijf 2 verhoogd zodat per saldo kleine zuinige auto’s iets goedkoper worden en onzuinige auto’s wat duurder. De BPM op plug-in hybrides wordt langzaam aan naar ‘normaal’ niveau getild. Zero-emissie auto’s behouden hun BPM-vrijstelling tot en met 2020.
Komende maanden gaat de Tweede Kamer over het wetsvoorstel debatteren. Daarna volgt de stemming. Als een Kamermeerderheid vóór het voorstel stemt, gaat het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer. Het is noodzakelijk dat de politiek er vóór 1 juli uit is, omdat de branche tenminste zes maanden nodig heeft om zich op alle wijzigingen in de autobelastingen voor te bereiden.