De kwaliteit van een deel van de rijscholen is onder de maat. Er is op dat gebied te weinig toezicht door de overheid. Dat heeft allerlei vervelende consequenties, onder meer voor leerlingen en voor het imago van de sector, waar de goeden moeten lijden onder de kwaden.
De drie brancheverenigingen FAM, VRB en BOVAG Rijscholen hebben nu - op verzoek van de politiek - de problemen in kaart gebracht en oplossingen aangedragen.
Maatregelen
Naar aanleiding van de aanstaande behandeling van de wetswijziging WRM 1993 heeft de politiek aan de drie brancheverenigingen verzocht om de problematiek in de rijschoolbranche te beschrijven en te komen met maatregelen ter verbetering. In het
gezamenlijke document staan deze opgesomd. FAM, VRB, BOVAG en politiek zijn het er over eens dat dit document een vertrekpunt moet zijn voor een gezamenlijke aanpak van de problemen in de rijschoolsector. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste pijnpunten uit het document.
Instructeursopleiding
De opleiding tot vakbekwaam rijinstructeur moet worden verbeterd door meer aandacht te geven aan de zo belangrijke praktische scholing. Momenteel is de stage (als onderdeel van de instructeursopleiding) een ondergeschoven kindje. De actieve stageduur moet worden verlengd naar 50 uren. De controle op het volledig uitvoeren van de stage moet worden uitgebreid en een stagebeoordeling moet onderdeel uitmaken van de opleiding. Daarnaast is meer aandacht nodig voor didactische vaardigheden en voor de kennis van gezondheidsproblemen die consequenties kunnen hebben voor de rijvaardigheid.
Periodieke nascholing
Een onderdeel van de verplichte nascholing van rijinstructeurs is de praktijkbegeleiding. Deze praktijkbegeleiding moet effectiever en beter. Wij pleiten voor een uniform systeem van verplichte praktijkbegeleiding op basis van de modulaire opleidingsmethodiek. Deze methode heeft zijn effectiviteit bewezen in de praktijk.
Toezicht
Omdat er momenteel te weinig toezicht is op de rijlesbevoegdheid van instructeurs, pleiten wij voor een robuust systeem van handhaving van de WRM-bevoegdheid. Diverse instanties zijn betrokken bij registratie, beheer en controle van deze WRM-bevoegdheid, maar de praktijk leert dat een aantal onbevoegde instructeurs rijles kan (blijven) geven. Dat vinden wij onacceptabel. Onder meer het CBR kan een verdergaande controlerende rol op zich nemen, omdat examinatoren veel contactmomenten hebben met instructeurs. De vormgeving en uitvoering van de WRM-pas moet daartoe worden verbeterd.
Eisen aan rijscholen
Wij pleiten voor het opstellen van kwaliteitseisen waaraan een goede rijopleiding en rijschool moet voldoen. Deze kwaliteitseisen moeten worden gecontroleerd en geaccrediteerd door een instantie zoals CBR. Als tegenprestatie krijgt leerling vrijstelling voor examenonderdelen (bijvoorbeeld voor Bijzondere Verrichtingen), omdat die examenonderdelen door de rijschool worden afgetoetst. Dit is onderdeel van het ‘zevenstappenplan’ aangaande een gecertificeerde modulaire rijopleiding, dat de drie brancheorganisaties eerder met CBR hebben besproken.