De pagina wordt geladen...
Zoals gezegd, is het gebruik van bedrijfsmiddelen één van de elementen die meegenomen moeten worden in de beoordeling. Er kan dan namelijk sprake zijn van zogeheten ‘inbedding in de organisatie’, oftewel: de werkzaamheden én de opdrachtnemer zijn onderdeel van de organisatie van de opdrachtgever. Voor de verschillende branches waarin BOVAG-leden actief zijn, zijn er verschillende voorbeelden te bedenken. Lees daar hieronder meer over. Houd er daarbij wel rekening mee dat dit slechts een element is dat meegenomen moet worden in de beoordeling, en niet van doorslaggevend belang is.
Bij autobedrijven kunnen zzp’ers worden ingezet om bepaalde (specifieke) werkzaamheden te verrichten. Denk bijvoorbeeld aan een diagnosespecialist die een x-aantal dagen per week wordt ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de zzp’er zoveel gebruik maakt van eigen gereedschappen. Daarbij zal het doorgaans gaan om eigen handgereedschap. Het is bekend dat in voorkomende gevallen zzp’ers gebruik maken van grotere apparatuur, zoals hefbruggen en lasapparaten.
Zorg er daarnaast voor dat de zzp’er beschikt over eigen bedrijfskleding en niet rondloopt in de bedrijfskleding van jouw bedrijf.
Hoe meer voorzieningen (gereedschappen, materialen, bedrijfskleding) de zzp’er gebruikt, hoe meer dat kan wijzen op de inbedding in de organisatie en daarmee op het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Ga dus na wat je hier onderling over hebt afgesproken en van welke bedrijfsmiddelen de zzp’er gebruik maakt.
Voor schadeherstelbedrijven geldt hetzelfde voor als bij een autobedrijf. Bij schadeherstelbedrijven kunnen eveneens zzp’er worden ingeschakeld om bepaalde (specifieke) werkzaamheden te verrichten.
In die gevallen komt het voor dat zzp’ers gebruik maken van eigenhandgereedschap, maar de grotere apparatuur van het bedrijf gebruikt. Denk daarbij aan lasapparaten, uitlijnapparatuur of zelfs aan de spuitcabine.
Daarnaast kan het voorkomen dat de zzp’er eigen materiaal kan gebruiken, maar er toch gebruik gemaakt worden van bedrijfsmiddelen. Bijvoorbeeld vanwege voorgeschreven processen van een lakleverancier of fabrikant.
Ook in dit geval geldt weer: hoe meer voorzieningen, de zzp’er gebruikt, hoe meer dat kan wijzen op de inbedding in de organisatie en daarmee op het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Kijk dus goed wat je hier samen over hebt afgesproken en van welke bedrijfsmiddelen de zzp’er in de praktijk gebruik maakt.
Voor rijscholen geldt voor de beoordeling hetzelfde als bij een auto- of schadeherstelbedrijf. Er zijn echter andere voorbeelden die je als rijschoolhouder kunt gebruiken.
Zo zijn er gevallen bekend waarin gebruik wordt gemaakt van materiaal (denk hierbij aan de lesauto* of uitingen van de rijschool op de eigen lesauto van de zzp’er en bedrijfskleding) van de rijschool, worden rijinstructeurs ingepland via het roostersysteem van de rijschoolhouder en nemen de rijinstructeurs deel aan vakinhoudelijke werkoverleggen (zodat iedereen op dezelfde wijze lesgeeft en het overdraagbaar is). Daarnaast worden deze instructeurs vaak voor langere tijd ingezet door dezelfde rijschool.
Dat zijn elementen die wijzen op het bestaan van een arbeidsovereenkomst, want: hoe meer voorzieningen de zzp’er gebruikt, hoe meer dat kan wijzen op de inbedding in de organisatie en daarmee op het bestaan van een arbeidsovereenkomst.
* Navraag leert dat het gebruik van een lesauto per rijbewijscategorie kan verschillen.
Hieronder een overzicht zoals BOVAG die heeft ontvangen: