Wwft Deel 2 > Hoe doet u cliëntonderzoek bij de Wwft?

Hoe doet u cliëntonderzoek bij de Wwft?

Is de Wwft op u van toepassing? Dan moet u cliëntenonderzoek op uw klant uitvoeren. U mag namelijk geen diensten verlenen aan klanten voordat dit onderzoek is afgerond. Volgens de wet moet u uw klant namelijk goed kennen en onderzoek moet doen naar de risico’s die mogelijk aan deze klant zijn verbonden. Op deze pagina leest u stapsgewijs hoe u cliëntonderzoek doet bij de Wwft.
Het standaard cliëntenonderzoek

Het standaard cliëntenonderzoek moet u in staat stellen om:
A. De cliënt te identificeren en zijn of haar identiteit te verifiëren
B. De uiteindelijke belanghebbende te identificeren en zijn of haar identiteit te verifiëren
C. Redelijke maatregelen te nemen om vast te stellen of uw klant voor zichzelf optreedt, of voor iemand anders
D. Vast te stellen of de natuurlijke persoon die de cliënt vertegenwoordigt daartoe bevoegd is en deze persoon te identificeren en zijn of haar identiteit te verifiëren
E. Het doel en beoogde aard van de zakelijke relatie vast te stellen. Hieronder vindt u per stap een toelichting van ieder onderdeel en hoe u hier invulling aan kunt geven. Dit overzicht geeft ondersteuning bij het uitvoeren van cliëntenonderzoek, maar u kunt hier geen rechten ontlenen.


A. Identificatie en verificatie van de cliënt
B. Het identificeren van de uiteindelijk belanghebbende (UBO)
C. Vaststellen of uw klant namens zichzelf of namens iemand anders optreedt 
D. De vertegenwoordigingsbevoegdheid, identificatie en verificatie van de vertegenwoordiger
E. Vaststellen van het doel en beoogde aard van de zakelijke relatie


Het verscherpt cliëntenonderzoek

Wanneer moet u verscherpt cliëntenonderzoek uitvoeren?

1. De zakelijke relatie of transactie naar haar aard een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme met zich meebrengt. 
Voordat u een zakelijke relatie aangaat of een transactie verricht, moet u vaststellen of zich een hoger risico voordoet. Dit vaststellen doet u op basis van een risicobeoordeling, waarbij u rekening houdt met factoren die dit risico kunnen verhogen. Hieronder vindt u een overzicht met voorbeelden van factoren die een verscherpt cliëntenonderzoek rechtvaardigen. Leg de drempel hiervoor niet te hoog.

  2. Uw klant is gevestigd in een land dat door de Europese Commissie is aangewezen als land met verhoogd risico op witwassen en terrorismefinancieringDe Europese Commissie wijst landen aan die strategische tekortkomingen vertonen in hun nationale aanpak tegen witwassen en terrorismefinanciering. De aangewezen landen vindt u op deze lijst. Als uw klant, diens wettelijk vertegenwoordiger of UBO in één van deze landen woont of is gevestigd, dan moet u verscherpt cliëntenonderzoek uitvoeren.

3. Uw klant, of de UBO van uw klant, is een politiek prominent persoon (PEP)Een PEP (politically-exposed person) is een persoon die een ‘prominente publieke functie’ bekleedt - of in de afgelopen twaalf maanden heeft bekleed. U moet altijd controleren of uw klant of de UBO van uw klant een PEP is. Dat geldt overigens ook voor directe familieleden en naaste geassocieerden van een PEP. Voor deze controle heeft de Belastingdienst een lijst gepubliceerd.

Aanvullende maatregelen bij het verscherpt cliëntenonderzoek
Bij het uitvoeren van het verscherpt cliëntenonderzoek moet u tenminste de onderstaande stappen doorlopen:
A. Verzamelen van aanvullende informatie over cliënten en uiteindelijk belanghebbenden.
  1. Verifiëren van de identiteit van de UBO: U moet altijd de identiteit van de UBO verifiëren als onderdeel van het verscherpt cliëntenonderzoek. Dit verifiëren werkt hetzelfde als het verifiëren van de identiteit van elk ander natuurlijk persoon.
  2. Zoeken naar ongunstige berichtgeving in de media: In een zoektocht in openbare bronnen onderzoekt u of uw klant en daaraan gelieerde partijen betrokken zijn of te linken zijn aan criminele activiteiten zoals witwassen, financiering van terrorisme, corruptie, etc.
Afhankelijk van het risico dat uw klant met zich meebrengt kunt u aanvullende informatie opvragen over de zakelijke activiteiten van uw klant. Bijvoorbeeld wanneer klantgebonden risicofactoren aanleiding bieden, zoals een klant waarbij u twijfelt over of zijn zakelijke activiteiten wel legitiem zijn of een economisch doel dienen.

B. Verzamelen van aanvullende informatie over het doel en aard van de relatie en de achtergrond en beweegredenen voor de transactie.
U stelt aanvullende vragen aan uw klant over de (voorgenomen) transactie of koop. Het antwoord vergelijkt u met wat u al van de klant weet. U bepaalt of de situatie verklaarbaar is. Kijk hierbij naar: de leeftijd van de klant, de zakelijke activiteiten en het beroep, de structuur van de organisatie en hetgeen wat u in de media over de klant heeft gevonden. Deze factoren moeten met elkaar stroken en een logisch geheel vormen. Is het geheel niet logisch en plausibel? Dan moet u de relatie of transactie een hoger of een onacceptabel risico toekennen.

C. Onderzoek naar de bron van middelen die bij de relatie of transactie gebruikt worden en de herkomst van het vermogen van de UBO.
Het onderzoek naar de bron van middelen en de herkomst van het vermogen moet uitwijzen of het bestedingspatroon van de cliënt of UBO overeenkomt met zijn of haar legale bron van financiële middelen. Wanneer geld afkomstig is van een gereguleerde instelling zoals een bank, dan betekent dit niet automatisch dat u geen zelfstandig onderzoek hoeft uit te voeren. 

U vraagt een verklaring op van de cliënt of PEP over de bron van de middelen/vermogen. Deze verifieert u door onafhankelijke en betrouwbare bronnen te raadplegen. Afhankelijk van het risico in concrete gevallen kunnen dit in eerste instantie openbare bronnen zijn. Kunt u met openbare bronnen niet of onvoldoende verificatie doen? Dan kunt u documenten opvragen. De maatregelen en de bronnen die u raadpleegt moet u afstemmen op de risico’s in een concreet geval.

 
Voorbeeld
Kopen de ouders van een Kamerlid een klein tweedehands autootje? Dan zal er een kleiner risico zijn dan in de situatie dat de dochter van een staatshoofd van een land met een verhoogd risico op corruptie een dure splinternieuwe sportwagen koopt met geld afkomstig uit dat risicoland.

Hieronder vindt u voorbeelden van mogelijke verklaringen die de klant kan aandragen en betrouwbare bronnen die deze verklaring kunnen verifiëren.
 
Geld uit salaris Document waarop salaris, naam en adres werkgever en functie staan (loonstrook, brief van werkgever) of een belastingaangifte.
Verkoop van investeringen Document waarop transactie staat (verklaring van beleggingsaanbieder of bankafschrift met overboeking hiervan).
Verkoop van eigendom Verkoopcontract of ondertekende brief van bijvoorbeeld makelaar, notaris of advocaat.
Schenking Document laat zien wie bedrag heeft geschonken, (overeenkomst of brief). De identiteit van de schenker en diens bron van middelen wordt geverifieerd.
Erfenis Document naam overledene, relatie met klant en ontvangen bedrag (ondertekende brief van notaris).

Een optie is om uw klant een standaard formulier in te laten vullen. Daarmee verklaart hij waar het geld vandaan komt. Zo’n formulier is een hulpmiddel, soms is het nodig om aanvullende vragen te stellen.
 
Op grond van de Wwft is de klant niet verplicht om u deze informatie te verstrekken. De toezichthouder beschouwt het ongebruikelijk als een klant weigert om specifieke informatie te verstrekken over zijn vermogen of de herkomst daarvan. Dan kunt ook voor kiezen om de relatie niet aan te gaan.
 
De toezichthouder begrijpt dat mobiliteitsaanbieders niet altijd de middelen hebben om verstrekte informatie te verifiëren. Als u de verstrekte informatie niet goed kunt verifiëren, dan maakt u een risicoafweging en meldt de transactie bij de FIU. Desnoods sluit u de cliënt uit van dienstverlening. Wanneer u besluit om geen melding te doen, leg dan vast waarom u ervoor gekozen hebt om dit niet te doen.
 
D. Goedkeuring van het hoger leidinggevend personeel voor het uitvoeren van de transactie of het aangaan van de relatie.
Zijn er risicofactoren die een verscherpt cliëntenonderzoek vereisen? Dan moet u het aangaan van de zakelijke relatie of het uitvoeren van de transactie altijd laten goedkeuren door het hoger leidinggevend personeel, ofwel het senior management van uw bedrijf. Dit zijn de dagelijks beleidsbepalers en de leidinggevenden direct onder het niveau van de dagelijkse beleidsbepalers vallen. Zij kunnen beslissingen nemen over de blootstelling van uw bedrijf aan bepaalde risico’s, waaronder de risico’s op witwassen en het financieren van terrorisme. De goedkeuring moet worden vastgelegd in het klantdossier.


Vragen?
Heeft u vragen over de Wwft? Neem dan contact op met BOVAG Ledenadvies via 030 – 65 95 300 of 
ledenadvies@bovag.nl.  

Terug naar overzicht
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring