BOVAG heeft in Han ten Broeke een nieuwe voorzitter. In zijn bijna twaalfjarig lidmaatschap van de Tweede Kamer (VVD) verwierf hij aanzien onder politici van alle gezindten en een imponerend netwerk in politiek en ambtelijk Den Haag: Mark Rutte appte hem direct om hem te feliciteren met zijn benoeming, midden in de coronacrisis. Wie is deze man die de komende vier jaar het gezicht van de mobiliteitsretail zal vormen? 
Terug

Kennismaken met de nieuwe voorzitter van BOVAG: Han ten Broeke

Over BOVAG
Leestijd: 14 min

BOVAG heeft in Han ten Broeke een nieuwe voorzitter. In zijn bijna twaalfjarig lidmaatschap van de Tweede Kamer (VVD) verwierf hij aanzien onder politici van alle gezindten en een imponerend netwerk in politiek en ambtelijk Den Haag: Mark Rutte appte hem direct om hem te feliciteren met zijn benoeming, midden in de coronacrisis. Wie is deze man die de komende vier jaar het gezicht van de mobiliteitsretail zal vormen? 

Om maar met de deur in huis te vallen: wat heeft u met mobiliteit?  

”Mobiliteit zit in de genen van mijn familie. In ons gezin zijn die genen wel vooral naar mijn broertje Martijn gegaan. Hij heeft onder meer gewerkt voor Citroën, Leaseplan, MAN en Louwman & Parqui en hij werkte met George Seitzinger (bondspenningmeester van BOVAG – red.) aan een start-up in de automotive. Die genen zijn trouwens vooral afkomstig van onze opa van mijn moederskant, Jan Eijsink. Hij was smid in Haaksbergen, het dorp waar ik ben opgegroeid. Naar regionaal gebruik heette hij dus Smid Eijsink. In zijn werkplaats besloeg hij paarden, verkocht hij fietsen en repareerde hij tractoren. Voor de oorlog verkocht hij ook motorfietsen, onder meer van Eysink. In onze familie zijn we nog steeds aan het zoeken of die vrijwel identieke naam duidt op een familieband. Aan die motoren kleven in elk geval mooie verhalen. In het dorp was mijn opa een van de eersten met een mooie grote motor, een Eysink Alpenjager. Op die motor reed hij naar Boer Zuthof, waar hij mijn oma heeft ontmoet, en reed daar dan gevaarlijk snel het erf op om indruk te maken. Tot hij op een dag onderuitging. Boer Zuthof heeft daarop bij mijn overgrootvader geklaagd over het rijgedrag van zijn zoon. Mijn opa moest toen de motor inleveren. Hij kreeg niet veel later wel een auto, een Continental, waarmee hij ook een van de eersten in het dorp was, dus hij is er niet echt op achteruitgegaan. Later, aan het begin van de oorlog, hield mijn opa op met de verkoop van motoren. Zijn laatst verkochte motor, een Eysink jubileum-model uit 1940, kreeg hij weer terug van de klant, die hem vanwege de crisis niet meer wilde afnemen. Dat is op dit moment misschien wel erg herkenbaar, denk ik. Mijn opa was als de dood dat de Duitsers zijn motor zouden vorderen. Hij heeft hem in stukken verborgen op de boerderij en na de oorlog weer in elkaar gezet. Daarna is de motor overgegaan op zijn enige zoon, mijn oom Ben Eijsink, in Deventer. Die heeft hem nu perfect gereviseerd: de motor doet het nog steeds.”  

“Mobiliteit zit in de genen van mijn familie”

Tijdens uw Kamerlidmaatschap stond u bekend als deskundige op gebied van buitenlandbeleid en defensie.  

“Ik was vaak in de media om commentaar te geven op internationale veiligheid en geopolitiek. Minder bekend is dat ik me als Kamerlid ook heb ingespannen voor mobiliteit, met name in Oost-Nederland. Met Sharon Dijksma en Pieter Omtzigt heb ik me ingezet voor versnelde aanleg van de Twenteroute, de N18 tussen Varsseveld en Enschede. Dat was na bijna veertig jaar stilstand ook wel nodig. Toen mijn ouders nog jong waren, dachten zij en hun vrienden al dat ze hun huis niet verkocht zouden krijgen vanwege de geplande verbreding. Maar door de N18 als eerste weg in het kader van de Infrastructuurwet aan te merken, kwam die er toen met voorrang. En nu ligt de N18 er prachtig bij, maar helaas niet tweebaans. Ook heb ik me hard gemaakt om de N35 van Enschede naar Zwolle te verbreden. Een karrenspoor, zo langzaam ging het daar. Ik heb Mark Rutte voor campagnes vaak naar Oost-Nederland gevraagd, en hij beloofde daarbij dat er geld zou komen voor verbetering van de N35. Toen er als gevolg van de crisis in 2009 er toch ineens minder geld naar de N-wegen dreigde te gaan, heb ik wel even bij hem en enkele anderen op de tafel geslagen. De N35 ontsprong daarna de bezuinigingen en dat karrenspoor is nu verleden tijd. Overigens ben ik niet alleen van het asfalt: ik heb me ook hardgemaakt voor de verdieping van het Twentekanaal. En als Kamerlid was ik een van de beste klanten van Roger van Boxtel (topman NS – red.); ik maak me sterk dat ik meer spoorkilometers heb gemaakt dan hij. Als Kamerlid was treintijd voor mij immers ook werktijd.”

Waar gingen al die reizen naartoe? 

“Afgezien van alle dienstreizen, met allerlei vormen van transport, maak ik veel kilometers in wat je woon-werkverkeer kunt noemen. Doordeweeks woon ik in een zolderappartementje in Den Haag. Voorheen zat ik daar voor mijn werkzaamheden in de Kamer en sinds 2019 ben ik er werkzaam bij HCSS. Bovendien gaat mijn dochter Eleonore (14 – red.) daar naar school. In het weekend gaan we naar Ambt Delden, waar ik een boerderij heb op het landgoed Twickel. Dat is mijn thuis. Mijn ouders wonen daar ook. Vanwege corona blijven mijn dochter en ik daarom nu maar in Den Haag. Mijn broer woont in Stad Delden, hij brengt de boodschappen tot aan het hek van de boerderij, zodat mijn ouders bevoorraad blijven.”

header-image
“Wat me aanspreekt is dat BOVAG een fantastische vereniging is met een echt clubgevoel”

Waarom bent u ooit de politiek in gegaan? 

“Als kind tekende ik politici na uit de krant en keek ik Den Haag Vandaag in mijn pyjama. Als tiener werd ik lid van de JOVD (jongerenorganisatie VVD – red.). In het eerste jaar van mijn studie Politicologie in Leiden was ik even niet meer bezig met de politiek zelf, maar via mijn huisgenoten kreeg ik wel een studentenbaantje bij het toenmalig Kamerlid en de latere minister van Verkeer en Waterstaat, Annemarie Jorritsma. Vanaf dat moment heb ik eigenlijk altijd werk en studie gecombineerd, waardoor het ook even duurde voor ik die studie afrondde. Wat mij gedreven heeft in de politiek en nu nog drijft is vrijheid: te gaan en staan waar je wilt, om te denken en zeggen wat je wilt. Vrijheid komt wel altijd met verantwoordelijkheid, in goede en in slechte tijden. Daar mag je niet voor weglopen. Ik zie die verantwoordelijkheid op veel plekken terug. In deze coronacrisis moeten leiders moeilijke keuzes maken, op basis van gebrekkige informatie en met grote gevolgen voor alle betrokkenen. Dat geldt voor leiders van bedrijven net zo goed als voor de leiders van het land. Dat zijn vast niet altijd de beste keuzes, maar daar gaat het niet om. Het is cruciaal dat er besluiten worden genomen; de onvermijdelijke kritiek vanaf de zijlijn die erop volgt, daar kunnen we ook wel zonder. Het is prima om lang te spreken over alternatieve keuzes en goed naar elkaar te luisteren. Maar als we uiteindelijk een besluit nemen, dan moeten we ook met zijn allen die kant op en niet meer omkijken. Die stijl wil ik ook bij BOVAG hanteren.”

Heeft u een voorbeeld van hoe u verantwoordelijkheid heeft genomen? 

“Mijn aftreden. Ik wist dat de mediadynamiek onbeheersbaar zou zijn, dat ik mij in mijn openbare functie niet zou kunnen verdedigen zonder schade aan mijn geloofwaardigheid toe te brengen. En van geloofwaardigheid moet ik het juist hebben. Als je dan krampachtig vasthoudt aan je zetel, breng je jezelf en de partij schade toe. Hoe onrechtvaardig het ook voelde en was, ik heb toen mijn verantwoordelijkheid genomen en ben uit mezelf opgestapt. Dat was een hard en eenzaam moment.” 

“Onze branche wordt midscheeps geraakt en dus moet BOVAG nu het verschil maken. Dat kan en doen we ook.”

Wat spreekt u aan bij BOVAG? 

“Ik was op zoek naar een baan die niet fulltime is maar wel hands-on. Het was mij meteen duidelijk dat het gaat om voorzitterschap van een fantastische vereniging met een echt clubgevoel. Dat blijkt ook wel uit alle appjes en mailtjes die ik krijg van medewerkers uit het BOVAGhuis en van leden. Ik ben een echte clubman. Eind jaren negentig werkte ik voor KPN. Ik volg nog steeds hoe het met ze gaat. Dat waren overigens fascinerende tijden: de vrije markt voor mobiele telefonie met nieuwe concurrentie, de internationale avonturen met succesvolle en mislukte overnames, die hele boom en bust van de dotcom-bubble. Een soortgelijke achtbaan maakte ik daarna mee bij een andere club, de VVD, toen Mark Rutte in 2010 in het Torentje belandde. Nederland dook toen ook een diepe crisis in en het was 'alle hens aan dek'. Nu, bij BOVAG, is het ook weer 'alle hens aan dek'. Onze branche wordt midscheeps geraakt en dus moet BOVAG nu het verschil maken. Dat kan en doen we ook. Onze opdracht is onze leden te helpen hier gezond uit te komen. Ik gebruik het woord 'gezond' heel bewust en in beide betekenissen: eerst de persoonlijke gezondheid van onze leden en direct daarna ook de gezondheid van hun bedrijven.”

Afgezien van het clubgevoel en corona, hoe ziet u uw rol als bondsvoorzitter? 

“Kijk, ik kwam natuurlijk niet vanwege de crisis, die overkomt ons nu allemaal. Wat me greep is dat mobiliteit voor een enorme transitie staat. We gaan van lineair naar circulair, van bezit naar gebruik, van fossiel naar hernieuwbaar. De abstracte megatrends van vandaag worden dagelijkse realiteit in de bedrijven van de BOVAG-leden. Het gaat om onderwerpen als duurzaamheid, elektrificering, nieuwe verhoudingen tussen wholesale en retail, van wie is de data, wie kunnen meedoen aan consolidatie. Met bijna 9.000 leden die voor ruim 90.000 banen zorgen, vormen we een substantieel en zeer zichtbaar deel van onze economie. Die economie verandert razendsnel en corona zal sommige van die processen versnellen. Als je dan bondsvoorzitter mag zijn van een club die zo divers is, met grote dealerholdings en universele autobedrijven, met rijscholen en poetsbedrijven en tankstation en caravans, dan kan de uitdaging bijna niet groter en leuker zijn. Dat is precies wat ik aantrekkelijk vind, om te werken met heel veel verschillende inzichten en belangen. Toen ik politicus was, maakte het me niet uit of ik belde met iemand uit mijn regio over een probleem met een vergunning of ik de hand schudde van de president van een groot land. Ze hebben allebei een verhaal en een belang en daar moet iets mee gebeuren. Actie. Die diversiteit en die drive past juist goed bij mij: ik ben wezenlijk geïnteresseerd in mensen, in hun verhalen en wil hun problemen helpen oplossen. Daarin ben ik dienstbaar, maar uiteindelijk nemen we wél een besluit. Dat doen we samen, daarvoor zorg ik, maar we nemen die besluiten wel. Als voorzitter van BOVAG sta ik voor al die verschillende bedrijven, groot en klein. Als boegbeeld ga ik me inzetten om met iedereen die wil en kan die transities door te komen. En dus ook gezond met elkaar door de coronacrisis.”

1969Geboren te Haaksbergen
1988 – 1998PoliticologieUniversiteit Leiden
1992 – 1996assistent Annemarie Jorritsma
1996 – 2003KPN/KPN Orange/BASE 
2004 – 2006CEO Quinten Consulting
2006 – 2018lid Tweede Kamer (VVD)waaronder vice-voorzitter Vaste Kamercommissie Verkeer en Waterstaat
2018 – hedendirecteur bij het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS) 
Dit artikel is verschenen in BOVAGkrant 04-2020
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring