Het lijkt wel alsof de politiek denkt dat ondernemerschap niet meer zo belangrijk is in Nederland. Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland en Peter Niesink, algemeen directeur van BOVAG, denken daar heel anders over. Als de spil in de Nederlandse economie zou het de ondernemer niet zo moeilijk gemaakt moeten worden om zijn bedrijf te runnen. Hoog tijd om dat uit te schreeuwen.
Terug

Be good and yell it!

Ondernemerschap
Leestijd: 11 min

Het lijkt wel alsof de politiek denkt dat ondernemerschap niet meer zo belangrijk is in Nederland. Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland en Peter Niesink, algemeen directeur van BOVAG, denken daar heel anders over. Als de spil in de Nederlandse economie zou het de ondernemer niet zo moeilijk gemaakt moeten worden om zijn bedrijf te runnen. Hoog tijd om dat uit te schreeuwen. 

MKB-Nederland vertegenwoordigt 120 grote brancheorganisaties van mkb-bedrijven; samen goed voor 200.000 ondernemers. Vanuit de Haagse Malietoren – waar ook de werkgeversorganisatie VNO-NCW – is gevestigd, klinkt tegenwoordig weer een stevig geluid dat iedereen moet horen: ‘Ondernemerschap is wat Nederland drijft, van ondernemerschap komt werkgeverschap en daaruit komt economische groei. Overheid, maak het ondernemers niet te moeilijk, scheer grote en kleine bedrijven niet over een kam en maak consistent beleid.’ Dat geluid klonk BOVAG als muziek in de oren en daarom sloot de brancheorganisatie zich twee jaar geleden weer aan bij MKB-Nederland. Bert de Kroon, voorzitter van BOVAG Autodealers, vult namens BOVAG een bestuurszetel bij MKB- Nederland voor de sector vervoer en mobiliteit. En daar is Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland blij mee. “BOVAG is een belangrijke partij voor ons, jullie achterban bestaat uit ondernemers die zó goed bij ons passen. We hadden afgelopen jaren prima contact, maar als je elkaar echt wilt ondersteunen dan word je ook lid van elkaars club. Nu zijn weer helemaal in sync.” 

Waarom is BOVAG weer lid geworden van MKB Nederland?

Niesink: “Tijdens Prinsjesdag in 2018 zagen wij zoveel negatieve maatregelen op onze leden afkomen, dat we ons serieus zorgen gingen maken. En ons BOVAG-geluid alléén is helaas niet genoeg om de politiek op andere gedachten te brengen. Wij worden misschien wel te veel gezien als een autoclub terwijl wij feitelijk een vereniging van ondernemers in de mobiliteit zijn. Met een rasondernemer als Jacco aan het roer van MKB-Nederland, zagen we dat er weer swung in deze club kwam en sloten we ons weer aan. Vaak is zo’n beslissing ook gewoon een mensending. Jacco kan het midden- en kleinbedrijf een realistisch gezicht geven bij de overheid. Laten zien dat ondernemers al heel veel doen voor de economie en dat het niet helpt om ze met allerlei regeltjes en plichten te overladen. Want misschien denken ze dat daar, maar het geld klotst niet tegen de plinten op bij onze ondernemers. En iemand moet ze in Den Haag vertellen dat ondernemers best willen veranderen en investeren, maar dat ze dat niet altijd kunnen. Dat hebben we Jacco letterlijk gevraagd. Samen sta je sterker.” 

Wat is ervoor nodig om het negatieve sentiment over ondernemerschap om te buigen?

Vonhof: “Daadkrachtig laten zien wat de ondernemer in Nederland al doet en hoe hij dat doet. Maar ook wat er nu nodig is om de langetermijndoelen op het gebied van duurzaamheid van de overheid te halen. We zullen dat hard moeten roepen. De opdracht van het hoofdbestuur van MKB-Nederland was dan ook letterlijk ‘be good and yell it’. Ondernemers zorgen in Nederland voor economische groei, zorgen voor de banen en zijn ook maatschappelijk van grote waarde, op allerlei manieren. Dáár moeten ze in Den Haag van doordrongen raken. Maar nu wordt het ondernemers voornamelijk moeilijk gemaakt; om te investeren, mensen aan te nemen of zelfs gewoon hun werk te doen. En als we zo maar lang genoeg doorgaan, dan halen we de groeikracht uit Nederland.” 

Onlangs schreef het CBS dat het mkb helemaal geen behoefte heeft aan financiering en dat kleine bedrijven zich terughoudend opstellen bij het aanvragen ervan. Hoe verklaart u zulke onderzoeksresultaten in het licht van uw overtuiging dat het ze te moeilijk wordt gemaakt?  

Vonhof: “Deze cijfers stroken niet met het gevoel dat veel ondernemers naar ons uitspreken. Er is een onderstroom van ondernemers die geen financiering meer aanvragen omdat het ze eerder niet gelukt is, omdat ze bijvoorbeeld een te laag bedrag vroegen of omdat hun plannen geen voldoende kregen van de financierende instanties. Ik vind dat deze cijfers vooral iets anders aantonen, iets zorgelijks. Namelijk dat ondernemers risico-avers worden en op dit moment minder bereid zijn om te investeren.” 

En daarmee zegt u dat het CBS dus eigenlijk uw stelling onderbouwt?

Vonhof: “Ja, indirect wel. Uit de investeringsbereidheid van ondernemers gaat een voorspellende waarde uit voor de economie. En dat is dat alles wat er moet gebeuren om bijvoorbeeld de klimaatdoelstellingen te halen en de economie te verduurzamen dus even niet gebeurt. Een ondernemer investeert alleen als hij weet wat het oplevert. En op dit moment weet hij het niet, want de regels van het spel veranderen steeds. Hij weet ook niet wáár hij precies in moet investeren omdat er nog zo veel onduidelijk is.” 

Niesink: “De focus van de overheid ligt ook te veel op de lange termijn en lijkt voornamelijk gericht op verduurzaming en op grote bedrijven. Er is geen oog voor wat er nu nodig is in de dagelijkse bedrijfsvoering. Neem zo’n uitspraak van Wouter Bos als voorzitter van het overheidsinvesteringsfonds Invest-NL. Hij zegt doodleuk dat ondernemers met een financieringsbehoefte van minder dan vijf miljoen bij hem niet hoeven aankloppen. Daarmee sluit hij het grootste deel van de mkb’ers buiten.” 

Vonhof: “Klopt, en dat is tegelijk ook een mooi voorbeeld van hoe vierkant en houterig we communiceren in Nederland. Hij bedoelde waarschijnlijk: ‘ik heb alleen grote coupures te vergeven, dus ik investeer in grote fondsen die op hun beurt het mkb financieren’. Dat is verkeerd uitgelegd in de pers en het oogpunt van de ondernemer is men even vergeten. Ondertussen denkt de gemiddelde mkb’er die dit leest: ‘zie je wel, weer niet voor mij’, draait zich weg en doet niets.” 

Veel banken en investeringsfondsen richten zich alleen op duurzame innovaties die bijdragen aan de klimaatdoelstellingen in 2030 en lijken de ‘gewone’ financieringen te vergeten. Wat vinden jullie daarvan?  

Vonhof: “Bezig zijn met verduurzaming is belangrijk, maar het tempo waarin verandering mogelijk is, is bepalend. De overheidsagenda richt zich op 2030, maar voor veel ondernemers is 2030 gewoon half negen vanavond. Die zijn bezig met de waan van de dag. Dus álles op vergroening voor de lange termijn gooien is niet goed. Wat doen we in de tussenfase, waarin er nog geen duurzame alternatieven zijn, zoals de bruine industrie? Met het ministerie van Economische Zaken & Klimaat maken we nu een impactanalyse van alle maatregelen uit het klimaatakkoord. We willen weten wat die opgeteld voor een gemiddelde ondernemer betekenen. Wat is het effect van een maatregel en kan de overheid inschatten wat hem dat kost?” 

U heeft vast al een idee over de uitkomst van die impactanalyse?

Vonhof: “Ja hoor. Ik durf er wel wat op te zetten dat de ondernemer al die gedwongen maatregelen niet kan betalen. En als dat de conclusie is, dan zegt dat wel wat over fondsen die alleen maar in duurzaamheid investeren. Er moét in de tussentijd gewoon brood worden gebakken en er blijven nog heel veel auto’s met een verbrandingsmotor rijden, en hoogovens hebben nog heel lang gewoon kolen nodig. Daar is ook geld voor nodig. Natuurlijk moeten we verduurzamen maar men gaat te veel mee in de hype en verliest de werkelijkheid, het nu, uit het oog.” 

Wat is dan uw boodschap aan de politiek?

Niesink: “We moeten uit de kramp van de duurzaamheidshype komen en terugkeren naar de realiteit. De doelen zijn goed, het tempo moet realistischer. Daarvan zullen we de politiek moeten overtuigen. Zo’n impactanalyse van MKB-Nederland, waar wij ook aan meerekenen, helpt daar enorm bij. Het zal hopelijk realiteitszin brengen, waardoor ze in Den Haag in gaan zien dat ze niet steeds aan de knoppen moeten draaien als ze hun doelen willen halen.” 

Vonhof: “Daar ben ik het helemaal mee eens. Ondernemers willen weten waar ze aan toe zijn, dus er moet een consistent beleid van de overheid zijn. Die zekerheid is nodig om te dúrven en kunnen investeren. 

MKB-NL en BOVAG ook samen sterk voor de franchisewet 

De samenwerking van BOVAG en MKB-Nederland gaat verder dan strijden voor een beter imago van de ondernemer en zijn onderneming, en de bereidheid daarin te investeren door de overheid. Ook in de lobby voor de aanstaande franchisewet trokken de organisaties gezamenlijk op. Dit wetsvoorstel, dat binnenkort in de Tweede Kamer wordt behandeld, regelt een beter evenwicht in de relatie tussen franchisegever en -nemer of dealer en fabrikant die een distributieovereenkomst hebben. In de wet zijn zaken als investeringsbescherming en inspraak beter geregeld. Dat de wet er komt, daar twijfelen de heren Niesink en Vonhof niet meer aan. Wel roepen ze op om toch vooral te zorgen dat de overgangstermijn tussen besluit en ingangsdatum zo kort mogelijk is. Vonhof: “Anders krijgen we tussentijds armpje drukken en we moeten voorkomen dat er in de twilight zone van de nieuwe wet nog even allerlei afspraken worden gemaakt waar de franchisenemers veel last van krijgen.” 

Dit artikel is ook verschenen in BOVAGkrant 2-2020.
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring