VVD stelt Kamervragen over hoge btw op rijlessen

Laatste update 28 juli 2020 Leestijd: 3 min

Kamerleden Helma Lodders en Remco Dijkstra van de VVD hebben de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de staatssecretaris van Financiën gevraagd naar de redenering achter het hoge btw-tarief van 21 procent op rijlessen. Deze kwestie laait geregeld op en BOVAG vroeg hier ook al meermaals aandacht voor.

Veel andere vormen van educatie vallen onder het lage tarief van 9 procent, zoals zwemles en muziekles. Ook voor de kapper, taxi, fietsreparaties en de schoenmaker geldt het lage percentage. Maar dus niet voor rijles, terwijl dat toch direct de verkeersveiligheid dient. Lodders licht toe op haar website: “Over het heffen van btw hebben we in Europa afspraken gemaakt. We kennen het hoge tarief en een of twee lage tarieven voor producten en diensten die zijn opgenomen in een bijlage van de richtlijn. De lidstaten hebben binnen de richtlijn ruimte om eigen keuzes te maken. Samen met collega Remco Dijkstra heb ik vragen gesteld over hoe de tariefskeuze voor de autorijschoolhouder tot stand is gekomen. Zeker in vergelijking met andere lessen zoals muzieklessen en sportlessen.”

Onderstaand de vragen van Lodders en Dijkstra: 

  1. Klopt het dat educatie in het basis- en hoger onderwijs is vrijgesteld van btw, educatie in de vorm van een muziekles (boven de 21 jaar) of een sportles (met ter beschikking stellen van de sportaccommodatie) valt onder het lage btw-tarief van 9 procent en een autorijles valt onder het hoge tarief van 21 procent?
  2. Hoe wordt bepaald welke in vraag 1 genoemde educatievorm valt binnen welk btw-tarief?
  3. Kunt u toelichten hoe in andere EU-lidstaten het lage, het hoge btw-tarief en de vrijstelling op btw is vormgegeven voor educatieve doeleinden als onderwijs, sportlessen, muzieklessen en autorijlessen?
  4. Bent u bekend met de onderbouwing van het Europese Hof van Justitie dat btw-vrijstelling vanuit onderwijstechnisch oogpunt geschiedt op basis van ‘de overdracht van kennis en vaardigheden op het gebied van een brede en diverse reeks onderwerpen, alsmede de verdieping en de ontwikkeling van die kennis en vaardigheden’ (Uitspraak Hof van Justitie, nr. C-449/17)? 
  5. Deelt u deze onderbouwing van het Europese Hof? Zo ja, kunt u toelichten waarom een muziekles voor kinderen onder de 21 jaar wel voldoet aan de onderbouwing van ‘de overdracht, verdieping en de ontwikkeling van kennis- en vaardigheden op het gebied van een brede en diverse reeks onderwerpen’, en daardoor dus wel vrijgesteld wordt van btw, en een sportles, een muziekles aan mensen boven de 21 jaar of een autorijles niet? Zo nee, graag een toelichting op het feit dat Nederland voor autorijlessen het hoge btw-tarief rekent en voor andere vormen van educatie het lage btw-tarief of zelfs vrijstelling. Kunt u tevens toelichten waarom sportlessen die niet in combinatie met een terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie gegeven worden onder het hoge 21% btw-tarief vallen, maar sportlessen in combinatie met een terbeschikkingstelling van de sportaccommodatie onder het lage 9 procent btw-tarief? Op basis waarvan heeft Nederland gekozen voor dit onderscheidt? 
  6. Bent u van mening dat de gemaakte keuzes in het gehanteerde btw-tarief op verschillende vormen van educatie bijdragen aan een transparant en eenvoudig btw-systeem? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel? 

Deze artikelen zijn ook interessant

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring