Uit onderzoek van Markteffect in opdracht van BOVAG blijkt dat 57 procent van de Nederlanders met een auto jonger dan 4 jaar, de auto in de winter niet of minder vaak wast. 1 op de 10 wast het voertuig überhaupt nooit. Het merendeel van deze auto’s is uitgerust met technologie die gebruik maakt van camera’s, sensoren of radar.
Deze veiligheidssystemen functioneren niet of minder goed als vuil zich ophoopt, terwijl 45 procent deze hulpmiddelen gebruikt ter ondersteuning en 22 procent er zelfs volledig op vertrouwt.
Onderzoeksresultaten
Aan het onderzoek hebben 1.047 zakelijke en particuliere automobilisten deelgenomen in de periode tussen 9 en 26 december 2016. Daarvan waren er 368 in bezit van een auto jonger dan 4 jaar. Van de personen die in de winter hun auto niet of minder vaak wassen ten opzichte van andere jaargetijden, geeft 43 procent als reden dat de auto de volgende dag toch weer vies is, 28 procent denkt dat de deurrubbers vastvriezen en 37 procent vindt het simpelweg te koud om (zelf) te gaan wassen. De mensen die wel in de winter de auto wassen, laten dat overwegend in een professionele wasstraat doen (60 procent). Minder dan een kwart wast de auto ’s winters zelf thuis.
Waarschuwing van fabrikanten
42 procent van de respondenten is er niet van op de hoogte dat technologische hulpmiddelen in en rond de auto niet of minder goed functioneren wanneer vuil of sneeuwresten zich ophopen voor de camera’s, sensoren of radar. 45 procent gebruikt dit soort systemen ter ondersteuning en 22 procent vertrouwt te allen tijde zelfs volledig op de werking ervan. In toenemende mate zijn auto’s voorzien van technologie die bijdraagt aan de verkeersveiligheid: in 2015 was bijna een derde van de verkochte nieuwe personenauto’s in Nederland uitgerust met een noodremsysteem en 10 procent had adaptieve cruise control die zorgt voor voldoende afstand tot een voorligger. Ruim 13 procent had een systeem voor rijstrookassistentie aan boord, waarmee de auto netjes binnen de lijnen blijft of automatisch waarschuwt bij het onbedoeld verlaten van de rijstrook. Parkeersensoren en achteruitrijcamera’s zijn al jaren gemeengoed op nieuwe auto’s. Afhankelijk van de fabrikant maken deze systemen gebruik van radar, lidar, sensoren, laser en/of camera’s. En in vrijwel alle instructieboekjes wordt gewaarschuwd deze vrij van vuil, stof, ijs en sneeuw te houden, omdat de systemen anders niet of niet goed meer functioneren. Daarnaast kan het gebeuren dat de digitale ogen van de auto een extreem vieze voorligger niet herkennen.
Strooizout
Rijkswaterstaat strooit op een reguliere vorstdag al gauw miljoenen kilo’s zout en de combinatie met ander vuil op de wegen - zonder dat auto’s regelmatig een wasbeurt krijgen - zorgt er al gauw voor dat kentekenplaten onleesbaar worden of de lichtopbrengst van vieze autolampen sterk afneemt. Indien automobilisten daarnaast blindelings vertrouwen op de werking van adaptieve cruise control, rijstrookassistentie of dodehoeksensoren, maar het vuil laten ophopen, kan dat een negatieve invloed hebben op de verkeersveiligheid.