De rechtbank in Den Haag verwacht op 29 maart uitspraak te kunnen doen in de bodemprocedure die de Stichting Accijnsclaim Pomphouders (SAP), bestaande uit onder andere BOVAG en BETA, heeft aangespannen tegen de Staat. Beide partijen stonden 9 februari tegenover elkaar.
De zaak draait om de negatieve gevolgen voor pomphouders van de accijnsverhoging op diesel en LPG die op 1 januari 2014 is ingevoerd. Als gevolg daarvan noteerden vele tankstations, voornamelijk in de grensstreek, abnormale verliezen in de brandstofafzet en in het kielzog daarvan ook in hun shops. Daarnaast heeft de verhoging in 2014 bij lange na niet de begrote 280 miljoen euro voor de schatkist opgebracht, maar slechts een fractie daarvan (54 miljoen euro, berekend door onderzoekbureau Panteia). De louter budgettaire maatregel is dan ook doorgevoerd zonder daarbij vooraf gedragseffecten in kaart te brengen, voornamelijk van transporteurs. SAP heeft diverse onderzoeken ingebracht bij de rechtbank die aantonen dat de klandizie bij vele pomphouders als direct gevolg van de accijnsmaatregel is opgedroogd. Het eigendomsrecht van de pomphouders is daarmee aangetast en SAP eist dan ook dat de accijnsverhoging als onrechtmatig wordt betiteld en dat getroffen pomphouders worden gecompenseerd.