05
Heldere arbeidsvoorwaarden en BOVAG-cao's
Goed werkgeverschap houdt ook in: heldere arbeidsvoorwaarden. De meeste BOVAG-leden vallen onder een door BOVAG afgesloten cao.
Goed werkgeverschap houdt ook in: heldere arbeidsvoorwaarden. Medewerkers moeten goed weten waar ze recht op hebben en wat er van hen wordt gevraagd. Denk aan pensioen, arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen, scholing en arbeidsomstandigheden (arbo).
Door BOVAG afgesloten cao’s
De meeste leden van BOVAG vallen onder een door BOVAG-afgesloten cao. Het gaat om twee collectieve arbeidsovereenkomsten: de cao Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijven en de cao Tankstations en Wasbedrijven. In beide cao’s heeft BOVAG met de sociale partners afspraken gemaakt over salaris, verlof, werktijden, pensioen, e.d.. Uitzonderingen hierop zijn de afdelingen Rijscholen en Schadeherstelbedrijven. De rijscholenbranche kent geen cao en de schadeherstelbedrijven vallen onder de cao Carrosseriebedrijven (onderdeel van de cao Metaal en Techniek). Bij deze cao is BOVAG geen partij bij het afsluiten.
Meer over cao's
Scholingsfondsen
Voor de branches zijn er aparte scholingsfondsen:
OOMT voor de sector Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijven
OOTW voor de sector Tankstations en Wasbedrijven
VOC voor de carrosseriebedrijven
Pensioenfonds en arbeidsongeschiktheidsvoorziening
De branche neemt deel aan de pensioenvoorziening (bij Pensioenfonds Metaal en Techniek -
PMT) en aan de arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen (bij NV Schade).
Meer over pensioen
Werkafspraken maken
In het verlengde van de cao maken werkgever en werknemer afspraken over de werkdagen en werktijden. Heldere afspraken moeten duidelijk zijn, dan komt de rest vanzelf. Zoals een keer de kinderen naar school brengen of een spoedafspraak bij de tandarts. Daar komt u met elkaar dan wel uit.
Welke bepalingen over arbeidstijden heeft de cao?
In de cao MvT zijn afspraken vastgelegd over arbeidstijden en bijbehorende procedures. We geven u een overzicht.
Dienstrooster en arbeidstijden
- De dagelijkse werktijd van een werknemer is de tijd waarin hij volgens het dienstrooster arbeid verricht.
- Het dienstrooster is het schema waarin de dagelijkse werktijd en de ADV-tijd van de werknemer zijn vastgelegd.
- De werkgever moet minstens 3 weken van tevoren het dienstrooster bekend maken aan de werknemer. Op 31 december moet de werknemer dus weten wanneer hij werkt tot 21 januari.
- De normale wekelijkse arbeidsduur bedraagt gemiddeld 38 uur. Dit is berekend over een periode van 1 jaar en na verrekening van ADV.
Dagvenster (art 24)
In de cao is een zogenaamd dagvenster benoemd: een periode van 13 uur op 1 dag waarop géén toeslag is verschuldigd. Het dagvenster begint standaard om 7.00 uur en eindigt om 20.00 uur. Wordt er buiten het door u vastgestelde dagvenster gewerkt? Dan bent u een toeslag verschuldigd (art 61).
Samenloop met andere toeslagen
Het dagvenster kan niet samenlopen met andere toeslagen, zoals ploegendienst en overwerk. Zijn deze toeslagen van toepassing? Dan gelden de toeslagen voor het dagvenster niet (art 61A lid 3 cao).
Zaterdag en zondag
Zaterdag en zondag vallen buiten het dagvenster en zijn geen reguliere werkdagen. Wordt op deze dagen toch gewerkt? Dan is een toeslag verschuldigd. Afhankelijk van het feit of het werken op zaterdag ingeroosterd is, is artikel 29 lid 3 sub e, of artikel 60 cao van toepassing.
Uitzonderingen
Voor tankstations, autowas- en poetsbedrijven, autoverhuurbedrijven en stationsrijwielstallingen geldt een afwijkende regeling. Die vindt u in artikel 28 cao.
Ploegendienst
Alternatief voor de dagvensterregeling is een ploegendienst (art 66 cao). Deze regeling is eenvoudiger, maar duurder. Er is sprake van ploegendienst als de werktijden van 2 of meer (groepen) werknemers op elkaar aansluiten (of uitsluitend in kleine mate overlappen om het werk over te dragen). Daarbij moet een tijdsblok van 13 uur worden overtroffen én moeten de werknemers vaak gedurende langere tijd van dienst wisselen. Let op: dit is cumulatief, dat wil zeggen dat er pas van een ploegendienst sprake is als aan alle genoemde voorwaarden voldaan is. De toeslag voor het werken in ploegendienst is 14% van het salaris. De toeslagen van het dagvenster zijn dan niet meer van toepassing.
Overwerk en verschoven uren
Een werknemer kan buiten het dienstrooster werken. Is dat het geval en blijft de werknemer binnen het aantal uren dat hij normaal in het dienstrooster werkt? Dan is er sprake van verschoven uren. De berekening van het totaal aantal uren vindt plaats over 13 weken. Over verschoven uren worden geen toeslagen betaald. Werkt de werknemer buiten het dienstrooster en meer uren dan normaal in het dienstrooster? Dan is sprake van overuren. Zie ook art. 24, 60 en 64 cao.
Verplichting om over te werken
U als werkgever kunt werknemers verplichten om over te werken (art 33 cao). Dit kan tot een maximum van 10 uur in een periode van 4 weken. Ook in geval van calamiteiten kan de werknemer verplicht worden langer over te werken. Calamiteiten zijn bijvoorbeeld:
- Boeteclausules
- Onevenredige schade voor het eigen bedrijf/opdrachtgevers of derden.
U als werkgever dient zich ook in dit geval te gedragen als een goed werkgever. U dient rekening te houden met de Arbeidstijdenwet. De verplichting geldt niet voor werknemers jonger dan 18 jaar en van 55 jaar en ouder. Ook moet de gezondheid van de werknemer het overwerken toelaten.
Toeslag voor overwerk
Voor overwerk hoeft u als werkgever geen toeslag te betalen als:
- Het overwerk direct aansluit op de dagelijkse werktijd en dient ter afsluiting van de normale dagtaak.
- Zich incidenteel voordoet.
- Niet langer duurt dan een half uur.
Uitbetaling overwerk
De cao kent 3 tarieven voor overwerk. De werknemer mag kiezen of hij de overuren in tijd of geld krijgt uitbetaald. Kiest hij voor uitbetaling in vrije tijd? Dan mag de werknemer tot en met 10 dagen per jaar zelf beslissen. Daarna is voor uitbetaling in vrije tijd instemming nodig van de werkgever. De werknemer kan er ook voor kiezen om alleen de toeslag voor de overuren om te zetten in vrije tijd.