4 tips voor het aannemen van een BBL-leerling

Laatste update 08 december 2017 Leestijd: 4 min

In september begint er weer een nieuw schooljaar. Dat betekent dat een hoop aankomende BBL-leerlingen op zoek zijn naar een leerwerkplek.

Wilt u weten wat er allemaal komt kijken bij het aannemen van een BBL’er? BOVAG zet de vier belangrijkste zaken op een rij.
 
1. Gebruik de modelarbeidsovereenkomst
Naast de praktijkovereenkomst, die u sluit met de leerling en de school, sluit u een arbeidsovereenkomst met de BBL’er. Hierin legt u de duur van het dienstverband en de arbeidsvoorwaarden vast. U kunt hiervoor gebruik maken van de door BOVAG opgestelde modelovereenkomst. Een BBL-leerling komt in de regel 4 dagen per week bij u in het bedrijf werken, en gaat daarnaast 1 dag naar school.

De cao Motorvoertuigen en Tweewielerbedrijven (MvT) schrijft voor dat u de scholingsdag alleen hoeft door te betalen als de leerling 17 jaar of ouder is en een BBL-opleiding op niveau 2 volgt. Door een wijziging in de opleidingssystematiek beginnen veel leerlingen tegenwoordig direct op niveau 3. In dat geval bent u dus niet verplicht om de scholingsdag door te betalen. Check daarom in de praktijkovereenkomst op welk niveau de leerling een opleiding volgt.

2. Een BBL-leerling langer in dienst houden? Dat kan!
De wettelijke ketenregeling (maximaal 3 contracten binnen 24 maanden) geldt sinds 1 juli 2015 niet meer voor BBL-leerlingen. Een BBL-leerling hoeft dus niet na 2 jaar uit dienst omdat hij anders recht zou hebben op een vast contract.
 
De wettelijke ketenregeling gaat pas gelden zodra de BBL’er zijn opleiding heeft afgerond. U kunt BBL’ers, zo lang zij de opleiding volgen, dus steeds een nieuw tijdelijk contract aanbieden, zonder dat zij hierdoor in vaste dienst komen.

3. Trek de opleidingskosten van de transitievergoeding af
De transitievergoeding houdt in dat iedere werknemer die na een dienstverband van 2 jaar of langer uit dienst gaat, recht heeft op een transitievergoeding. Dit geldt ook voor BBL-leerlingen.
U mag de opleidingskosten die u voor de leerling heeft gemaakt echter wel van de transitievergoeding aftrekken. Denk aan schoolgeld dat u voor de leerling heeft betaald of kosten voor kleding, materialen en begeleiding van de leerling. Eventueel aan de leerling doorbetaald salaris mag u niet van de transitievergoeding aftrekken.

Omdat de opleidingskosten in de praktijk hoger zullen zijn dan de verschuldigde transitievergoeding, zult u in de praktijk per saldo vaak geen transitievergoeding hoeven betalen. Daarnaast hoeft u geen aparte afspraak gemaakt te hebben over het aftrekken van deze kosten, op basis van de wet mag u dat voor iedere BBL-leerling doen.
 
Let op: u mag de opleidingskosten alleen van de transitievergoeding aftrekken als de leerling na het afronden van zijn opleiding niet bij u in dienst blijft en ook niet binnen 6 maanden na het afronden van de opleiding weer bij u komt werken

4. Vraag subsidie aan voor het begeleiden van BBL-leerlingen
U kunt bij de Rijksoverheid subsidie aanvragen voor het begeleiden van BBL-leerlingen: de Subsidieregeling Praktijkleren. Deze subsidie bedraagt maximaal 2700 euro per leerling per jaar. U kunt deze na afloop van het schooljaar aanvragen.
 
Meer informatie
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met BOVAG Ledenadvies.

Deze artikelen zijn ook interessant

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring