BOVAG pleit voor wettelijke verankering van Nationale Franchisecode ter bescherming van franchisenemers.
Terug

Gelijkwaardig onderhandelen

Wet- en regelgeving Achtergrond
Leestijd: 6 min

Als een retailer met een distributiecontract beter beschermd is door de wet, dan verbetert zijn onderhandelingspositie met zijn fabrikant, importeur of franchisegever. En dat levert weer een grotere bijdrage op aan de Nederlandse economie. Voor BOVAG reden om te lobbyen voor wettelijke regels op basis van de Nationale Franchisecode. Want ook al worden ze in de regel dealer of retailer genoemd, de meeste BOVAG-leden zijn eigenlijk gewoon franchisenemers.

BOVAG heeft bescherming van de retailer of dealer in zijn distributieovereenkomst met de importeur of fabrikant al jaren hoog op de agenda staan. Want als het gaat om evenwichtige afspraken tussen deze partijen valt er nog een wereld te winnen, stelt de branchevereniging. Nog te vaak ziet BOVAG dat er in de contracten meer voordelige bepalingen voor de fabrikant staan dan voor de retailer en de risicoverdeling is vooral gunstig voor de fabrikant. Denk maar aan de voorwaarden rond opzegging van het contract, de bescherming van investeringen, verplichte voorraden of het overdragen van een contract als een ondernemer zijn bedrijf wil verkopen. Tot 2013 waren autodealers door de Europese Block Exemption Regulation, de zogenaamde BER, goed beschermd tegen de eisen van fabrikanten. Maar toen de Europese Commissie (EC) dat jaar de groepsvrijstelling liet vervallen en de autodealers onder het normale Europese mededingingsrecht vielen, waren ze als het ware vogelvrij verklaard. De commissie oordeelde dat fabrikanten en retailers onderling heel goed in staat zouden zijn om evenwichtige afspraken te maken. Het tegendeel bleek waar, want zoals BOVAG al vermoedde, waren de fabrikanten veel minder bereidwillig dan de EC dacht. Het machtsevenwicht was scheef, en daarom heeft BOVAG sindsdien op meerdere momenten, zichtbaar en onzichtbaar gelobbyd voor bescherming die in richtsnoeren vastgelegd zou moeten worden binnen de brede Europese wet. Maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan.

“Het is een misverstand om te denken dat alle franchisenemers grote partijen zijn”
Geert Brummelhuis | manager BOVAG Autodealers

Nee!

“Helaas is het tot nu toe nog altijd niet gelukt om in Europa beschermende regelgeving te krijgen”, vertelt Geert Brummelhuis, manager BOVAG Autodealers en namens BOVAG bestuurslid van de Europese dealerkoepel CECRA. Samen met BOVAG-jurist Frank van der Giesen voert hij op Europees niveau lobby voor bescherming van de dealers. “De fabrikanten hebben zich via hun koepelorganisatie ACEA verzet tegen het maken van eerlijke afspraken. Wij hebben steeds ingezet op een zogenaamde Code of Conduct tussen fabrikanten en dealers waarin oneerlijke handelspraktijken in de verticale bedrijfskolom onmogelijk werden gemaakt. Maar de fabrikanten hebben altijd ‘nee’ gezegd. Toen ook bleek dat er binnen de Europese wetgeving geen mogelijkheden meer waren, hebben we de focus verlegd. We zoeken de verbetering van de positie van onze leden nu in wettelijke regels voor franchiseconstructies. Bekijk je de afspraken tussen fabrikanten en retailers in de mobiliteitsbranche namelijk goed, dan lijken die vandaag de dag verdacht veel op een keiharde franchiseovereenkomst. We zijn ook breder binnen het BOVAG-netwerk gaan kijken, want een verstoord machtsevenwicht speelt natuurlijk bij veel meer branches in de mobiliteit.” Nagenoeg alle bij BOVAG aangesloten mobiliteitsretailers werken met een franchiseconstructie of een distributieovereenkomst, denk aan fietsbedrijven en bedrijven voor gemotoriseerde tweewielers, caravandealers, aanhangwagenbedrijven, maar ook verhuurbedrijven en rijscholen. Voor BOVAG reden genoeg om de lobby voor evenwichtige distributiecontracten dus voor álle leden tegelijk op te pakken.

header-image

Méér ondernemer zijn

De vereniging sloot zich begin dit jaar daarom aan bij Franchisenemers Netwerk Nederland (FNN), het samenwerkingsverband waarin brancheorganisaties voor franchisenemers de handen ineenslaan voor wettelijke verankering van de Nederlandse Franchise Code (NFC). Deze code is nu nog vrijwillig, maar door hem in wetgeving vast te leggen, kan er meer balans en duidelijkheid in contracten komen. En dat geeft BOVAG-leden een betere onderhandelingspositie. Brummelhuis: “In januari hebben we gesproken met Mona Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken. Zij gaf aan te willen samenwerken om de partijen in de Tweede Kamer te overtuigen van de noodzaak de franchisenemers in Nederland een betere positie te geven met behulp van wetgeving. Binnenkort stuurt zij een aanbevelingsbrief naar de Tweede Kamer.” Voor de bewijsvoering lieten BOVAG en het Vakcentrum, dat ook in het FNN zit, een analyse uitvoeren naar de impact van franchisenemers op de Nederlandse economie. Onderzoeksbureau Panteia becijferde dat er in Nederland zo’n duizend franchiseformules zijn, de dealercontracten meegerekend. Samen zijn ze goed voor een omzet van 53,5 miljard euro en een werkgelegenheid van ruim 331.000 personen. Het aandeel van de automotive bedrijven in de omzet is met bijna 23 miljard het hoogste. “Die cijfers tonen aan dat de groep ondernemers met een franchisecontract een behoorlijk steentje bijdraagt aan onze economie. Maar die bijdrage kan nog hoger, dat blijkt uit een vergelijking die Panteia deed met andere landen”, zegt Brummelhuis. “Want in landen waar de positie van de franchisenemers ten opzichte van hun franchisegevers door wetgeving sterker is, dragen ze meer bij aan het Bruto Binnenlands Product. In Nederland is dat drie procent, in Amerika is dat ruim zeven en in Australië zelfs bijna elf procent. Het lijkt erop dat ze in die landen méér ondernemer kunnen zijn, dat ze meer durven te innoveren en investeren en daardoor betere rendementen maken.”

“De groep ondernemers met een franchisecontract draagt een behoorlijk steentje bij aan onze economie”
Geert Brummelhuis | manager BOVAG Autodealers

Machtige franchisegever

Wil Nederland dus de potentiële kracht van franchisenemers optimaal benutten, dan is het verstandig om te zorgen dat ze een eerlijke onderhandelingspositie hebben. “En het is een misverstand om te denken dat alle franchisenemers grote partijen zijn die hun zaakjes zelf wel goed kunnen regelen. Het onderzoek laat zien dat er juist veel midden- en kleinbedrijven zijn die onder een franchiseconstructie werken. Die moeten met grote, machtige franchisegevers onderhandelen. Extra bescherming door van de Nationale Franchisecode wetgeving te maken geeft hen echt een betere uitgangspositie. En van een beter evenwicht in de relatie tussen franchisenemer en franchisegever kan uiteindelijk dus de hele Nederlandse economie beter worden. Dat lijkt mij een klassieke win-winsituatie”, zegt Brummelhuis tot besluit.

Wat staat er in de Nationale Franchise Code?

De Nationale Franchisecode is een vrijwillige gedragscode die is opgesteld om het verstoorde machtsevenwicht tussen franchisegever en franchisenemer te verbeteren. Er staan zaken in die de positie van een franchisenemer ten opzichte van zijn franchisegever sterker kunnen maken. Een paar voor BOVAG-leden belangrijke punten:
  • Een franchisegever moet correcte en volledige informatie geven, zoals goed onderbouwde prognoses over rendement, voordat het contract wordt overeengekomen en vóórdat er investeringen van de franchisenemer worden gevraagd.
  • Geen eenzijdige wijzigingen in het franchisecontract door de franchisegever.
  • Instemmings- en adviesrechten voor een franchisevereniging (dealervereniging).
  • De franchisegever mag beëindiging of tussentijdse bedrijfsoverdracht van de franchisenemer tijdens de contractduur niet op onredelijke gronden verhinderen.
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring