Van overheidsbemoeienis met ondernemen heeft Tweede Kamerlid Roy van Aalst geen hoge pet op. Innovatie voor onder andere duurzaamheid moet uit de markt komen. BOVAG ging tekst en uitleg aan de PVV’er vragen, want BOVAG ziet dat stimulering juist nodig is om duurzame mobiliteit in Nederland te versnellen.
Terug

Roy van Aalst: Duurzame mobiliteit gaat beter zonder overheidsbemoeienis

Duurzaamheid overheid
Leestijd: 1 min

Van overheidsbemoeienis met ondernemen heeft Tweede Kamerlid Roy van Aalst geen hoge pet op. Innovatie voor onder andere duurzaamheid moet uit de markt komen. BOVAG ging tekst en uitleg aan de PVV’er vragen, want BOVAG ziet dat stimulering juist nodig is om duurzame mobiliteit in Nederland te versnellen.

Roy van Aalst komt uit een ondernemersnest in het oosten. Omdat hij het zat was om op feestjes af te geven op wat de overheid in Nederland anders zou moeten doen voor ondernemers, besloot hij zelf in de politiek te gaan. Zijn keuze viel op de PVV, en sinds oktober 2017 zit hij in de Tweede Kamer en beheert hij de portefeuille infrastructuur, transport en mobiliteit.

Wat vindt u van de manier waarop de overheid duurzame mobiliteit probeert de realiseren?

“Ik heb grote moeite met de dwingende maatregelen die het kabinet nu inzet in het kader van het Klimaatakkoord. Wij zijn gecharmeerd van het idee van duurzame klimaatoplossingen, maar je moet de markt zijn werk laten doen. Hoe meer wij als ons er als overheid mee bemoeien, hoe meer wij de ondernemers frustreren. En met al die regelgeving en milieuzones prijzen we onszelf uit de markt. Een mooi voorbeeld vind ik de verplichting aan de scheepvaart om schone en zuinigere motoren aan te schaffen. Voor een eenpitter, die zijn hypotheek met zijn schip moet verdienen, is dat een flinke investering. Nu blijkt dat de motoren die de overheid voorschreef vervuilender zijn dan de oude dieselmotoren. Je zal toch die eenpitter zijn, zeg! Dan ben je mooi de dupe van verkeerde keuzes van de overheid.”

Dat klinkt alsof de overheid zijn huiswerk niet goed heeft gedaan ...

“Inderdaad. Je moet als overheid niet op de stoel van de ondernemer willen gaan zitten en bepalen welke innovatie goed is. Dat moet je, nogmaals, aan de markt over laten. In het geval van de scheepvaart had die eenpitter echt wel een keer een duurzamer motorblok in zijn schip laten bouwen, zodra er een betaalbare beschikbaar zou zijn en hij wist dat hem dat lagere brandstofkosten zou opleveren. De beste innovatieve oplossing op de markt, had in dat geval gewonnen. Je moet als overheid dus echt niet gaan sturen op een bepaalde innovatie of techniek.”

Maar zegt u daarmee eigenlijk dat die klimaatverbetering wel even kan wachten? Als er geen financiële stimulering is, zullen innovaties langzamer van de grond komen.

“De hele discussie over het klimaat is wat ons betreft sowieso zinloos. In die zin dat we niet moeten denken dat Nederland een bijdrage gaat leveren aan het totale wereldprobleem. Onze bijdrage is 0,35 procent aan totale CO2­uitstoot ter wereld. Maar Nederland wil weer het beste jongetje van de klas zijn. Het gaat ons honderden miljarden kosten en het levert ons niks op. Mensen gaan niet accepteren dat ze zich aan strengere regels moeten houden omwille van het klimaat, als ze er niets voor terugkrijgen. Dat hele klimaatakkoord is vooral voor mensen hier in Den Haag, maar niet voor ondernemers. Laat ondernemers gewoon hun werk doen, dan komt het wel goed.”

Als de overheid geen verduurzaming mag afdwingen, wat moet ze dan wel doen?

“Faciliteren. Laten we zorgen dat bijvoorbeeld de infrastructuur klaar is om al die verschillende soorten van duurzamer en autonoom vervoer een plaats te geven. We hebben een flinke achterstand in het onderhoud van het wegennet. Er is afgelopen jaren tot zes miljard bezuinigd, en nu is er een schamele twee miljard beschikbaar. Dat is veel te weinig. We moeten hier snel aan de bak, want straks worden we ingehaald door de realiteit. Dan is die zelfrijdende auto er, maar dan kan hij niet zelf rijden omdat bijvoorbeeld de belijning op onze wegen niet goed is.”

Waar denkt u dat dat geld voor infrastructuur vandaan kan komen?

"Er is binnen de overheid veel meer geld dan we denken, als we verder kijken dan de rijksbegroting. De lokale overheden en provincies hebben grote reserves. Waarom leggen we dat niet bij elkaar om lokale knelpunten in de infrastructuur aan te pakken? Bijvoorbeeld door bij nieuwbouwwijken meteen over de infrastructuur na te denken en het samen te betalen. Die lokale reserves zijn ook belastinggelden, toch? Helaas denken de verschillende overheden nog niet over de grenzen van hun gebied en taken heen.”

En hoe denkt u over de laadinfrastructuur die nodig is om de kip-ei-situatie bij het rijden op duurzame brandstoffen te doorbreken?

“Ook daar moet de overheid geen grote bemoeienis in hebben en het aan de markt overlaten. In dit dossier is er overigens ook weer een cruciale fout gemaakt. Doordat er een concessie is gegeven aan één partij, Fastned, hebben we nu nog te weinig snellaadstations. Fastned zou er binnen anderhalf jaar 210 bouwen, maar er zijn er tot nu toe pas zeventig.”

Had de markt volgens u dan zelf in nieuwe laadinfra geïnvesteerd?

“Daar geloof ik wel in. Het hoofdnetwerk lag er al. Dus wat we hadden moeten doen, was de zittende pomphouders vragen om alle soorten brandstof aan te bieden en ze in ruil daarvoor uitgebreidere concessies geven. Een ondernemer die weet dat hij dertig jaar lang op een locatie een pompstation mag uitbaten, gaat echt wel investeren hoor. Nu hebben wij met geweld één partij in de markt gedrukt om snellaadstations aan te leggen en die gaat de concurrentie aan met alle zittende pomphouders.”

U bent dus ook geen voorstander van de vijfjaarlijkse veiling van locaties voor tankstations?

“Dat klopt. Vroeger hadden pomphouders een eeuwigdurend recht op hun locatie. Dat is ze afgepakt en nu moeten ze steeds opnieuw meebieden. Dat werkt prijsopdrijvend en je ziet dat alleen de grote maatschappijen daar nog maar aan mee kunnen doen. En volgens mij wil je als overheid die grote jongens helemaal niet aan tafel hebben als partner. Die zijn zó groot, log en stug, dan krijg je niks meer voor elkaar. Kleine zelfstandige ondernemers willen veel meer hun best doen om te innoveren. Ik ben ervan overtuigd dat elektrisch vervoer niet zo was achtergebleven als wij de concessie anders hadden gedaan.”

Samengevat zegt u: maak lang termijnafspraken, pas geen ad-hoc-beleid toe en laat de markt gewoon zijn werk doen?

“Inderdaad. Overheid en politiek moeten faciliteren, niet willen scoren en iets toevoegen om zichzelf belangrijk te maken. Dat mag als politicus nooit je doel zijn. Helaas zie je in toenemende mate dat politici maar kort aan de bal zijn en in die korte periode snel resultaten willen boeken. Ik ben daar niet van en ik zal dat tegengeluid blijven geven.”

Dit artikel is ook verschenen in BOVAGkrant nummer 11, november 2018
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring