De pagina wordt geladen...
De stijging van de AOW-leeftijd gaat langzamer dan eerder het voorstel was. De Eerste Kamer is akkoord gegaan met de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd die op 1 januari 2020 van kracht wordt.
Zowel volgend jaar als in 2021 blijft de AOW-leeftijd 66 jaar en vier maanden. In de jaren daarna stijgt de AOW-leeftijd naar 67 jaar in 2024. In het oude voorstel zou die leeftijd al in 2021 bereikt zijn. Vanaf 2025 wordt de AOW-leeftijd voor twee derde gekoppeld aan de levensverwachting. Voor elk jaar dat de levensverwachting stijgt, moet een werknemer gemiddeld acht maanden langer doorwerken.
2019 | 66 jaar |
---|---|
2020 | 66 jaar en 4 maanden |
2021 | 66 jaar en 4 maanden |
2022 | 66 jaar en 7 maanden |
2023 | 66 jaar en 10 maanden |
2024 | 67 jaar |
2025 | Koppeling aan levensverwachting |
Gevolg van deze wet is dat werknemers vanaf volgend jaar eerder de AOW-leeftijd bereiken en dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eerder eindigt wanneer er een pensioenontslagbeding is. Wanneer een werkgever geen pensioenontslagbeding is overeengekomen dan kan hij de arbeidsovereenkomst van de werknemer opzeggen op of na het bereiken van de AOW-leeftijd. Hou daarbij rekening met de opzegtermijn. De arbeidsovereenkomst kan ook gewoon worden voortgezet als de AOW-gerechtigde in dienst blijft. Een dergelijk pensioenontslagbeding is opgenomen in de cao's MvT, Tank en Was en Carrosserie.