De Belastingdienst doet onderzoek naar bpm-teruggave bij geëxporteerde voertuigen. Onlangs ontvingen diverse autobedrijven een brief waarin om extra documenten wordt gevraagd over exporttransacties. Mogelijk hangt hen een naheffing boven het hoofd omdat de auto’s met een duurzaam Duits kenteken zijn geëxporteerd naar een land buiten de EU. Over de vraag of een Duits duurzaam kenteken wordt geaccepteerd als de auto is verkocht aan een ander land binnen de EU/EER is veel onduidelijkheid. Dit hangt af van de omstandigheden van het geval, zo stelt de Belastingdienst.
De regels voor bpm-teruggave bij export zijn sinds 1 januari 2016 aangescherpt. Om voor teruggave in aanmerking te komen moet het voertuig duurzaam zijn ingeschreven in een land binnen de EU/EER. Duurzaam zegt hierbij niets over de duur maar alles over het soort kenteken.
Jose Burgmeester, fiscaal specialist bij BOVAG: "In het verleden is misbruik gemaakt van de Duitse brief om bpm ook terug te krijgen voor voertuigen die buiten de EU/EER werden gebracht. Om dit tegen te gaan is in 2016 de extra eis geïntroduceerd van het duurzame kenteken uit de EU/EER. Hierbij dacht men aan het kenteken van het land waarnaar de auto geëxporteerd werd. Dit bleek voor de handel erg omslachtig en men dreigde daardoor termijnen voor teruggave niet te halen. Er is een gebruik ontstaan om voor auto’s die binnen de EU/EER verkocht zijn eerst een Duits duurzaam kenteken aan te vragen en hiermee bpm terug te vragen. De Belastingdienst onderzoekt deze transacties nu. Voor auto’s die vóór het teruggaveverzoek al verkocht waren buiten de EU/EER zal geen teruggave worden verleend of de verleende teruggave worden teruggevorderd. Voor voertuigen die wel binnen de EU/EER zijn gebleven hangt het af van de omstandigheden van het geval en wil de Belastingdienst nog geen mededelingen doen. Wij zijn in gesprek met de Belastingdienst om de belangen van onze leden zo goed mogelijk te behartigen.”