Nieuwe afspraken maken bodemsaneringen eenvoudiger

Laatste update 03 april 2018 Leestijd: 4 min

Het blijft de komende jaren aantrekkelijk om vervuilde grond met subsidie van de overheid te saneren. Bovendien wordt het verkrijgen van subsidie en het uitvoeren van saneringen eenvoudiger.

Dat zijn in het kort de belangrijkste afspraken uit het convenant ‘Bodem en Bedrijfsleven 2015’ dat tussen de overheid en VNO-NCW / MKB Nederland is gesloten. Dit bodemconvenant is een belangrijke mijlpaal op weg naar de Omgevingswet in 2018. Deze regeling geldt ook voor tankstations die nog in gebruik zijn.

Het convenant dat VNO en MKB hebben ondertekend, volgt op het convenant ‘Bodem en Ondergrond’, dat in maart tussen het Rijk, Provincies, Gemeenten en Waterschappen is gesloten. Het bedrijfsleven was bij dat eerdere convenant niet betrokken, omdat overheden onderling een aantal afspraken op een rijtje moesten zetten. Zo moesten ze onderling instemmen met nieuwe tijdslijnen voor het aanpakken van spoedlocaties en overeenstemming bereiken over de onderlinge budgetverdeling. Vastgelegd is, dat spoedlocaties (bodemverontreinigingen die onveilig zijn voor mens of milieu) in 2020 aangepakt of minimaal beheerst zijn en ten slotte hebben de overheden afgesproken hoe ze omgaan met de honderden miljoenen subsidie, die van het Rijk via provincies en gemeenten naar ondernemers vloeien.

Betrokken bedrijfsleven

Met de ondertekening van het convenant Bodem en Bedrijfsleven wordt het bedrijfsleven actief betrokken bij afspraken rond bodemsanering, legt milieuspecialist  Jan Bessembinders van BOVAG uit: “De vorige bodemovereenkomst stamt uit 2001 en zonder nieuwe afspraken zouden ondernemers na 2017 geen aanvraag meer kunnen indienen voor hulp bij bodemsaneringen. Daar is niemand bij gebaat; ondernemers niet, het Rijk evenmin en het milieu al helemaal niet. Vandaar dat nieuwe afspraken noodzakelijk waren.” Daarnaast was het convenant nodig om de subsidieverlening makkelijker te maken. “In de praktijk zijn er nog te veel onnodige administratieve eisen, late uitbetaling en beperkte mogelijkheden voor afkoop. Nieuwe afspraken moeten deze hobbels wegnemen”, zegt Bessembinders. Het convenant tussen overheid en bedrijfsleven is bovendien een mijlpaal op weg naar de Omgevingswet, die vanaf 2018 wordt ingevoerd. “In de Omgevingswet wordt de zorgplicht voor vervuilde grond minder rigide vormgegeven dan nu het geval is. Door dit nu al in het convenant te benoemen, sorteren overheid en bedrijfsleven alvast voor op een redelijker bodembeleid. Dat scheelt geld en onnodig werk, want nu kan de overheid nog op zijn strepen staan en eisen dat je als ondernemer alle verontreiniging uit de bodem haalt – ook als dat voor het gebruik van de bodem helemaal niet nodig is.” De komende jaren gaan overheid en bedrijfsleven samen meer invulling geven aan dit ‘bodembeleid nieuwe stijl’ zoals het in de Omgevingswet zou komen te staan. 
 
Bodemverontreiniging kan bedrijven veel geld kosten. Om ondernemers te helpen bij het saneren van hun historische vervuiling, zijn in het verleden afspraken gemaakt voor subsidie en technische ondersteuning. BOVAG-leden maken hier sinds 2006 dankbaar gebruik van via Stichting Bodemcentrum, dat ondernemers de volledige zorg voor bodemsaneringen tegen gunstige tarieven uit handen kan nemen. “De nieuwe afspraken tussen overheid en bedrijfsleven borgen de hulp en subsidieverlening via Bodemcentrum ook in de toekomst. Ondernemers doen er dan ook goed aan om zich bij plannen voor het uitvoeren van een bodemsanering te melden bij Bodemcentrum”, besluit Bessembinders. Meer informatie over het Bodemcentrum vindt u op www.bodemcentrum.nl.

Deze artikelen zijn ook interessant

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring