Tijdens de proeftijd kunnen zowel de werkgever als de werknemer de arbeidsovereenkomst op elk moment eenzijdig afbreken. U moet wel de reden van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst aangeven als de werknemer hierom vraagt.
Geef bij ontslag binnen de proeftijd altijd een neutrale niet discriminerende reden. Voor u kan dat bijvoorbeeld zijn dat de werknemer niet goed functioneert of dat de werknemer niet voldoet aan de verwachtingen die u van hem had voor of ten tijde van indiensttreding. Of vertel gewoonweg dat u besloten heeft om de werkzaamheden binnen uw bedrijf alsnog anders in te richten. Zwangerschap of ziekte is als reden niet toegestaan. Voor de werknemer kan het vinden van een baan elders of het niet kunnen opschieten met de nieuwe collega’s reden zijn om tijdens de proeftijd te vertrekken.
Vergeet overigens niet dat een proeftijd altijd schriftelijk moet zijn overeengekomen in de arbeidsovereenkomst. Is dit niet het geval, dan geldt er helemaal geen proeftijd en zit u aan de werknemer vast voor de duur van de arbeidsovereenkomst. Sinds 1 januari 2015 is het niet meer mogelijk om een proeftijd af te spreken in een arbeidsovereenkomst van 6 maanden of korter.