Milieu

Laatste update 29 mei 2019 Leestijd: 8 min

08 Gasflessenopslag

Als BOVAG-lid heeft u te maken met allerlei regels als u gasflessen wilt opslaan bij uw bedrijf. Lees hier welke regels er gelden en welke stappen u kunt zetten om gasflessenopslag te realiseren. Voor het opslaan van dit soort materiaal moet u zich houden aan de regels beschreven in de Publicatiereeks Gevaarlijke stoffen (PGS15). Controleer met de checklist van BOVAG of u aan de regels voldoet.

Checklist opslag gasflessen PGS15

In Publicatiereeks Gevaarlijke stoffen 15 (PGS15) staan de regels beschreven die gelden bij het opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen, bijvoorbeeld gasflessen. Deze regels zijn bedoeld om mens en milieu te beschermen tegen deze gevaarlijke stoffen. Meer informatie over de PGS15 vindt u op de website van Rijkswaterstaat (Infomil). Gebruik onderstaande punten om te checken of het opslaan van gasflessen volgens de richtlijnen gebeurt.
  • Gasflessen worden bij voorkeur buiten opgeslagen.
  • Zet zichtbaar beschadigde of lekkende flessen apart op een plek binnen het bedrijfsterrein. Het liefst buiten of daar waar het eventueel uitstromende gas zo min mogelijk gevaar oplevert.
  • Alle gekeurde gasflessen zijn voorzien van de vereiste ADR-gevarenetiketten.
  • Gasflessen met een verlopen keuringstermijn mogen in gebruik blijven als deze in zichtbaar goede staat zijn en weinig gebruikt worden onder normale bedrijfsomstandigheden. Dit mag hoogstens tweemaal de keuringstermijn.
  • Gasflessen die werkvoorraad zijn (ook die op de laskar) en flessen die zijn opgeslagen moeten beveiligd zijn tegen omvallen en aanrijden. Omvallen voorkomt u door de flessen dicht bij elkaar op te slaan en door gebruik te maken van kettingen, beugels of spanbanden. Aanrijdbescherming is alleen nodig als er regelmatig voertuigen aan- en afrijden in de buurt van de gasflessen.
  • Lege gasflessen die nog een afsluiter hebben, kunnen nog restanten gas bevatten en worden daarom gezien als gasfles. Is de afsluiter verwijderd dan is er geen sprake meer van risico. De eisen van de PGS15 zijn nu niet meer van toepassing.
  • Verschillende soorten gas slaat u altijd soort bij soort op. Volle en lege gasflessen moeten gescheiden worden opgeslagen. Het moet duidelijk zijn waar de volle en waar de lege flessen staan.

Stappenplan gasflessenopslag volgens regelgeving PGS15

Voor de opslag van gasflessen hebben we een handig en overzichtelijk stappenplan gemaakt. Volgt u dit stappenplan, dan zorgt u voor een correcte opslag van gasflessen.

Stap 1: werkvoorraad of opslag?

In de werkplaats en het magazijn moet duidelijk zijn welke gasflessen in gebruik (werkvoorraad) zijn en welk opgeslagen (opslag). Gasflessen in de werkvoorraad mogen in de werkplaats opgesteld staan en moeten beveiligd zijn tegen omvallen en aanrijden. De flessen op de laskar moeten door een metalen plaat van elkaar zijn gescheiden. De gasflessen in de opslag staan elders en zijn niet in gebruik. Dit geldt ook over de lege flessen.

Stap 2: totale inhoud meer of minder dan 125 liter?

Heeft u meer dan een totale inhoud van 125 liter in volle en lege gasflessen bij elkaar opgeslagen, dan moet u de opslag verlagen tot minder dan 125 liter. Hoe? Volg daarvoor de punten onder stap 3.

Goed om te weten: het gaat hier alleen om de opslag van gasflessen. Niet om de gasflessen die gebruikt worden in de werkvoorraad, die geplaatst zijn op een laskar of de gasflessen die aangesloten zijn op een verzamelleiding.

Slaat u minder dan 125 liter op? Dan zijn alleen de algemene regels uit stap 1 van toepassing.

Stap 3: Verlaag de opslag tot minder dan 125 liter

Als dat mogelijk is, verlaag dan de totale opslag tot minder dan 125 liter. Dit kan door:
  • lege gasflessen terug te brengen
  • een kleinere voorraad te voeren
  • gasflessen als werkvoorraad in een batterij te schakelen

Blijft de gezamenlijke inhoud meer dan 125 liter dan zijn de regels van de PGS15 van toepassing. De flessen moeten dan opgeslagen worden in een daarvoor bestemde opslagvoorziening, zie daarvoor stap 4.

Stap 4: Gasflessen opslaan in speciale PGS15-opslagruimte

Wilt u meer dan de gezamenlijke inhoud van 125 liter opslaan, dan is een speciale opslagruimte die voldoet aan de PGS15 verplicht. Er zijn dan drie mogelijkheden.

Oplossing 1

Maak een buitenopslag. Kies hiervoor een blinde muur aan de achter- of zijkant van het gebouw. Gasflessen met een totale inhoud van minder dan 2.500 liter kunnen worden opgeslagen tegen een buitenmuur of tegen een erfgrens. Deze muur of erfgrens moet wel een minimale brandwerendheid hebben van 60 minuten. Als de afstand tot een ander bouwwerk, brandbaar object of inrichtingsgrens vijf meter of meer is, geldt er geen brandwerendheidseis. Bij een afstand van drie meter tot de gevel en één meter tot de erfgrens geldt een minimale brandwerendheid van 30 minuten. Gasflessen moeten voor derden onbereikbaar zijn. Dit kan bijvoorbeeld door afsluiting van (dat deel van) het bedrijfsterrein.

Opslag tegen een gebouw:
  • De wand moet een brandwerendheid van ten minste 60 minuten hebben.
  • Is de wand hoger dan 4 meter dan geldt de 60 minuten-eis alleen voor de eerste 4 meter.
  • Loopt de wand aan de linker- of rechterzijde door, dan geldt de 60 minuten-eis alleen voor de eerste 2 meter vanaf de opslagvoorziening.
  • De vloer van de opslagvoorziening mag niet lager zijn gelegen dan de omliggende vloer van aangrenzende ruimten of van het omringende maaiveld.
  • De vloer moet vlak zijn en gemaakt van onbrandbaar materiaal.

Bij een open opslagvoorziening (bijvoorbeeld een voorziening zonder dak):
  • De vloer moet afwaterend zijn uitgevoerd.
  • Onder de vloer mag zich geen gas kunnen verzamelen.
  • De opslag moet zich minimaal op 5 meter afstand bevinden van aanzuigopeningen van ventilatie die lager dan 1,5 meter boven maaiveld zijn gelegen, of van kelderopeningen, putten en straatkolken die in verbinding staan met het riool.
  • Wel een dak? Dan moet deze moet van onbrandbaar materiaal gemaakt zijn en zodanig uitgevoerd dat eventueel vrijgekomen gassen zich daaronder niet kunnen ophopen.

Het is op grond van de PGS 15 niet noodzakelijk om gasflessen tegen weersinvloeden te beschermen. Reden hiervoor is dat de risico’s van gasflessen hoofdzakelijk worden bepaald door hittestraling van een brand in de omgeving. Weersinvloeden vormen een verwaarloosbaar risico.

Oplossing 2

Maak een inpandige opslagvoorziening. Als een buitenopslag niet mogelijk of wenselijk is, mogen de gasflessen ook binnen worden opgeslagen. De gasflessenopslag moet dan aan de volgende eisen voldoen:
  • Ten minste één wand moet een buitenmuur zijn. Daarin moet ten minste één deur zijn
  • Er mag maximaal 2.500 liter aanwezig zijn, waarbij lege gasflessen tellen als volle.
  • De voorziening mag niet op een verdieping zijn geplaatst als er meer dan 500 liter aanwezig is.
  • Er moet altijd natuurlijke ventilatie mogelijk zijn.

Oplossing 3

Maak gebruik van een brandveiligheidskast. Ook dan gelden er eisen:
  • Deze kast moet ten minste 60 minuten brandwerend zijn. Dit moet u aan kunnen tonen met een certificaat volgens norm NEN-EN-14470-2.
  • Gasflessen moeten beschermd zijn tegen omvallen (bijvoorbeeld door vastzetten).
  • Gasflessen met gassen met gelijksoortige gevaren en risico’s moeten bij elkaar worden opgeslagen. Lege gasflessen mogen apart worden opgeslagen.
  • Vanaf de aanlooproutes moet de opslagplaats voorzien zijn van zichtbare signalering die de gevaareigenschappen van de desbetreffende gasgroep aangeeft.
  • Zichtbaar beschadigde of lekkende gasflessen moeten apart worden gezet op een plek waar het uitstromende gas zo weinig mogelijk gevaar oplevert.
  • Natuurlijke ventilatie moet altijd mogelijk zijn.

Meer informatie en advies?

Heeft u vragen over de opslag van gasflessen? Leden nemen voor informatie en advies contact op met BOVAG Ledenadvies.

BOVAG Ledenadvies

Verder lezen?

Dossiers met dezelfde categorie

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring